Steht Artikel 34 des Gesetzes vom 14. August 1986 über den Schutz und das Wohlbefinden der Tiere in Übereinstimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, ggf. in Verbindung mit anderen Verfassungsbestimmungen bzw. mit völkerrechtlichen Bestimmungen mit unmittelbarer Wirkung in der innerstaatlichen Rechtsordnung, insbesondere Artikel 15 der Verfassung sowie den Artikeln 6, 8 Absatz 1 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten?
Is artikel 34 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang met andere grondwetsbepalingen of bepalingen van internationaal recht met rechtstreekse werking in de interne rechtsorde, en met name artikel 15 van de Grondwet alsmede de artikelen 6, 8.1 en 14 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden ?