Nach Darlegung des Ministerrates beeinträchtige das Kriterium des in Anwendung der fraglichen Bestimmung erlassenen Beschlusses nicht auf unverhältnismäßige Weise die Rechte des Arbeitgebers, da er persönlich zur Sitzung erscheinen müsse, der Inhalt des Beschlusses des Gerichtspräsidenten dem Arbeitgeber bekannt sei und die für dessen Verkündung festgelegte Frist durch Artikel 5 § 3 Absatz 3 des Gesetzes vom 19. März 1991 vorgeschrieben sei.
Volgens de Ministerraad zou het criterium van de met toepassing van de in het geding zijnde bepaling genomen beschikking niet op onevenredige wijze afbreuk doen aan de rechten van de werkgever aangezien hij persoonlijk ter terechtzitting moet verschijnen, aangezien de werkgever de inhoud van de door de voorzitter van de rechtbank gewezen beschikking kent en aangezien de termijn die is vastgesteld voor de uitspraak ervan, bij artikel 5, § 3, derde lid, van de wet van 19 maart 1991 wordt opgelegd.