Vertaling van "informationspolitik erwartet wird " (Duits → Nederlands) :

Auf europäischer wie auch auf nationaler Ebene müssen wirksame Informationssysteme geschaffen werden, welche die Programmergebnisse vermitteln, wobei die Initiative von der Kommission ausgehen muss, von der eine offensive Informationspolitik erwartet wird.
Er moeten effectieve informatiesystemen worden ingevoerd op zowel Europees als nationaal niveau om op grote schaal bekendheid te geven aan de resultaten van het programma, waarbij de Commissie de leidende rol zal vervullen door een proactief informatiebeleid op te stellen.

2. ist der Auffassung, dass die Heranführung der europäischen Institutionen an die Bürger von größter Bedeutung ist; erkennt an, dass es zunehmend wichtiger wird, eine aktive Bürgerschaft und eine Bürgerbeteiligung innerhalb des Gemeinwesens sicherzustellen; vertritt die Auffassung, dass anpassungsfähige und übertragbare Medieninstrumente eingesetzt werden sollten, um einen öffentlichen Medienraum in der Europäischen Union zu schaffen; betont, dass es von ausschlaggebender Bedeutung ist, dass die europäischen Bürger besser über die Tätigkeiten der europäischen Organe unterrichtet sind und über die mögliche Beeinflussung ihres täglichen Lebens durch europäische Rechtsvorschriften; ist deshalb bereit, Maßnahmen der Organe zu unterstützen, die darauf abzielen, das Wissen über sie in der breiten Öffentlichkeit zu verstärken; fordert die Interinstitutionelle Arbeitsgruppe auf, bis September 2003 einen Katalog von Vorschlägen für medienspezifische Maßnahmen zur Schaffung eines öffentlichen Medienraums in der Gemeinschaft vorzulegen; erwartet, dass die Kommission nicht von den vom Parlament im Bereich der Informations- und Kommunikationspolitik gefassten Beschlüssen abrückt, da sie seine politischen Prioritäten widerspiegeln; fordert die Interinstitutionelle Arbeitsgruppe Informationspolitik auf, die Methoden der Zusammenarbeit mit den zuständigen Ausschüssen weiter zu verbessern;
2. is van mening dat het dichter bij de burgers brengen van de Europese instellingen van het grootste belang is; acht het van steeds groter belang dat actief burgerschap en betrokkenheid van de burgers binnen het collectief worden gewaarborgd; is van mening dat veelzijdige en uitwisselbare media-instrumenten gebruikt moeten worden om een communautaire publieke mediaruimte te creëren; benadrukt dat het van cruciaal belang is dat de Europese burgers beter worden geïnformeerd over de activiteiten van de Europese instellingen en de wijze waarop de Europese wetgeving van invloed kan zijn op hun dagelijks leven; is daarom bereid maatregelen van instellingen te steunen ter verhoging van de kennis onder de burgers; verzoekt de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV) uiterlijk in september 2003 een aantal voorstellen voor activiteiten op mediagebied te presenteren ten behoeve van het opzetten van een publieke mediaruimte in de Gemeenschap; gaat ervan uit dat de Commissie niet afwijkt van de door het Parlement inzake het voorlichtings- en communicatiebeleid genomen besluiten daar deze de neerslag zijn van zijn politieke prioriteiten, verzoekt de IGV de methoden voor samenwerking met de commissies ten principale verder te verbeteren;

2. ist der Auffassung, dass die Heranführung der europäischen Institutionen an die Bürger von größter Bedeutung ist; erkennt an, dass es zunehmend wichtiger wird, eine aktive Bürgerschaft und eine Bürgerbeteiligung innerhalb des Gemeinwesens sicherzustellen; vertritt die Auffassung, dass anpassungsfähige und übertragbare Medieninstrumente eingesetzt werden sollten, um einen öffentlichen Medienraum in der EU zu schaffen; betont, dass es von ausschlaggebender Bedeutung ist, dass die europäischen Bürger besser über die Tätigkeiten der europäischen Organe unterrichtet sind und über die mögliche Beeinflussung ihres täglichen Lebens durch europäische Rechtsvorschriften; ist deshalb bereit, Maßnahmen der Organe zu unterstützen, die darauf abzielen, das Wissen über sie in der breiten Öffentlichkeit zu verstärken; fordert die interinstitutionelle Arbeitsgruppe auf, bis September 2003 einen Katalog von Vorschlägen für medienspezifische Maßnahmen zur Schaffung eines öffentlichen Medienraums in der Gemeinschaft vorzulegen; erwartet, dass die Kommission nicht von den vom Parlament im Bereich der Informations- und Kommunikationspolitik gefassten Beschlüssen abrückt, da sie seine politischen Prioritäten widerspiegeln; fordert die interinstitutionelle Arbeitsgruppe Informationspolitik auf, die Methoden der Zusammenarbeit mit den zuständigen Ausschüssen weiter zu verbessern;
2. is van mening dat het dichter bij de burgers brengen van de Europese instellingen van het grootste belang is; acht het van steeds groter belang dat actief burgerschap en betrokkenheid van de burgers binnen het collectief worden gewaarborgd; is van mening dat veelzijdige en uitwisselbare media-instrumenten gebruikt moeten worden om een communautaire publieke mediaruimte te creëren; benadrukt dat het van cruciaal belang is dat de Europese burgers beter worden geïnformeerd over de activiteiten van de Europese instellingen en de wijze waarop de Europese wetgeving van invloed kan zijn op hun dagelijks leven; is daarom bereid maatregelen van instellingen te steunen ter verhoging van de kennis onder de burgers; verzoekt de interinstitutionele werkgroep uiterlijk in september 2003 een aantal voorstellen voor activiteiten op mediagebied te presenteren ten behoeve van het opzetten van een publieke mediaruimte in de Gemeenschap; gaat ervan uit dat de Commissie niet afwijkt van de door het Parlement inzake het voorlichtings- en communicatiebeleid genomen besluiten daar deze de neerslag zijn van zijn politieke prioriteiten, verzoekt de interinstitutionele werkgroep informatiebeleid (IWI) de methoden voor samenwerking met de commissies ten principale verder te verbeteren;

62. verweist auf die relativ bescheidenen Haushaltsmittel für Information und Kommunikation (25 Millionen Euro 2000, d.h. nur 2,5% des Gesamtetats für das Parlament); stellt fest, dass fast die Hälfte dieses Betrags für das Besucherprogramm verwendet wird, das modernisiert werden sollte; erwartet in diesem Zusammenhang die Einhaltung verständlicher Richtwerte für die entfernungsbezogenen Zuschüsse; befürwortet daher eine angemessene Aufstockung der Haushaltsmittel für die Information parallel zu einer strategischen Überprüfung des Inhalts und der Methoden der Informationspolitik des Parlaments und einer besseren Synergie mit den anderen Institutionen;
62. wijst op de nogal schamele begrotingsmiddelen voor voorlichting en communicatie (€ 25 miljoen in 2000, ongeveer 2,5% van de totale begroting van het Parlement); merkt op dat bijna de helft van dat bedrag wordt besteed aan het bezoekersprogramma, dat modernisering behoeft; verwacht bovendien de inachtneming van duidelijke normen voor afstand-gerelateerde toelagen; acht het dan ook wenselijk dat een behoorlijke stijging van de begrotingsmiddelen voor informatie plaatsvindt, parallel aan een strategische herwaardering van inhoud en methodes van het voorlichtingsbeleid van het Parlement en een grotere synergie met andere instellingen;

62. verweist auf die relativ bescheidenen Haushaltsmittel für Information und Kommunikation (25 Millionen € 2000, d.h. nur 2,5% des Gesamtetats für das Parlament); stellt fest, dass fast die Hälfte dieses Betrags für das Besucherprogramm verwendet wird, das modernisiert werden sollte; erwartet in diesem Zusammenhang die Einhaltung verständlicher Richtwerte für die entfernungsbezogenen Zuschüsse; befürwortet daher eine angemessene Aufstockung der Haushaltsmittel für die Information parallel zu einer strategischen Überprüfung des Inhalts und der Methoden der Informationspolitik des Parlaments und einer besseren Synergie mit den anderen Institutionen;
62. wijst op de nogal schamele begrotingsmiddelen voor voorlichting en communicatie (€ 25 miljoen in 2000, ongeveer 2,5% van de totale begroting van het Parlement); merkt op dat bijna de helft van dat bedrag wordt besteed aan het bezoekersprogramma, dat modernisering behoeft; verwacht bovendien de inachtneming van duidelijke normen voor afstand-gerelateerde toelagen; acht het dan ook wenselijk dat een behoorlijke stijging van de begrotingsmiddelen voor informatie plaatsvindt, parallel aan een strategische herwaardering van inhoud en methodes van het voorlichtingsbeleid van het Parlement en een grotere synergie met andere instellingen;