(2) Mitglieder des gemeinsamen Unternehmens und Teilnehmer an Verwaltungsratstagungen müssen alle unmittelbaren oder mittelbaren persönlichen oder geschäftlichen Interessen am Ergebnis der Erörterungen des Verwaltungsrates über alle Punkte der Tagesordnung offen legen.
2. De leden van de gemeenschappelijke onderneming en de personen die aan de vergadering van de Raad van bestuur deelnemen, moeten al hun rechtstreekse of indirecte persoonlijke belangen, dan wel bedrijfsbelangen die zij bij het resultaat van de besprekingen van de Raad van bestuur over een agendapunt kunnen hebben, bekendmaken.