19. fordert die Regierung Kasachstans auf, die gesetzlichen Bestimmungen über die üble Nachrede als Straftatbestand zu reformieren, die die Pressefreiheit einschränken, indem sie jegliche Kritik an Regierungsvertretern mit Strafverfolgung wegen übler Nachrede bedrohen, woraus sich häufig unerreichbar hohe Geldstrafen ergeben, welche Zeitungen und Zeitschriften nicht zahlen können, sodass sie ihren Betrieb einstellen müssen;
19. dringt er bij de Kazachse regering op aan, over te gaan tot hervorming van de wetgeving inzake politieke diffamatie, waardoor het de vrije pers onmogelijk werd gemaakt enigerlei vorm van kritiek te leveren op overheidsfunctionarissen, op straffe van vervolging wegens eerroof, die vaak resulteert in onbetaalbaar hoge boetes, welke kranten en nieuwsbladen niet kunnen opbrengen, zodat zij tot sluiting werden gedwongen;