Meer in het bijzonder wanneer het optreden van de overheid een geheim karakter vertoont, dient de wet vold
oende waarborgen te bieden tegen willekeurige i
nmengingen in het recht op eerbiediging van het privéleven, namelijk door de beoordelingsbevoegdheid van de betrokken overheden op voldoende duidelijke wijze af te bakenen, enerzijds, en door te voorzien in procedures die een effectief jurisdictioneel toezicht toelaten, anderzijds (EHRM, grote kamer, 4 mei 2000, Rotaru t. Roemenië, § 55; 6 juni 2006, Segerstedt-Wiberg t. Zweden, § 76
...[+++]; 4 juli 2006, Lupsa t. Roemenië, § 34).