Es handelt sich also darum, ob auf diese Art und Weise der klagenden Partei vor dem Staatsrat einerseits nicht das Recht versagt wird, dass ihre Sache in billiger Weise gehört wird, und sie andererseits im Vergleich zu Parteien, die vor einem Zivilgericht auftreten, diskriminiert wird.
Het komt er dus op neer te weten of op die wijze aan de verzoekende partij voor de Raad van State, enerzijds, geen eerlijke behandeling van haar vordering wordt ontzegd en zij, anderzijds, wordt gediscrimineerd in vergelijking met partijen die optreden voor een burgerlijk rechtscollege.