Zu diesem Zweck greift die Bank auf die sogenannte "Aufsplittungspraxis" zurück: Von einem Gesamtkreditvolumen von mehr als 100 Mrd. FF im Immobiliensektor wurden 42 Mrd. FF an zweifelhaften und nur unzureichend gedeckten Forderungen in diesem Sektor bei einer Ad-hoc- Gesellschaft, der OIG, plaziert.
De bank maakte hiertoe gebruik van een afstotingsconstructie waarbij van een totaal uitstaand bedrag van 100 miljard FF in de onroerend-goedsector 42 miljard FF aan dubieuze leningen, waarvoor onvoldoende voorzieningen waren, werd ondergebracht in een daartoe opgerichte onderneming met de naam OIG.