2. Die Mitgliedstaaten gewährleisten die Ausbildung der Besichtiger des Flaggenstaates und die Überwachung der Besichtiger und Untersuchungsführer des Flaggenstaats und – bei Unfällen oder Mängeln – des Küstenstaats sowie der Tätigkeit der anerkannten Organisationen, wenn sie ihre Zuständigkeit an diese gemäß den Bestimmungen des Artikels 7 delegiert haben.
2. Elke lidstaat voorziet in de opleiding van controleurs van de vlaggenstaat en in het toezicht op de inspecteurs en controleurs van de vlaggenstaat en van de kuststaat in geval van incidenten of tekortkomingen, en houdt tevens toezicht op de activiteiten van erkende organisaties waaraan de lidstaat overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 zijn bevoegdheid heeft overgedragen.