Art. 51 Abs. 1 Buchst. a der Verordnung Nr. 800/1999 in der Fassung der Verordnung Nr. 2299/2001 ist dahin auszulegen, dass
der Ausführer, der innerhalb der vorgeschriebenen
Fristen Dokumente zum Nachweis der Ankunft der Ausfuhrwaren im Bestimmungsland vorgelegt hat, die sich als gefälscht erw
iesen haben, die in dieser Bestimmung vorgesehene Sanktion auch dann verwirkt hat, wenn
aus den im Lauf des Verfahrens vorgelegt ...[+++]en gültigen Dokumenten hervorgeht, dass die beantragte Ausfuhrerstattung derjenigen entspricht, die hätte gewährt werden müssen.
Artikel 51, lid 1, sub a, van verordening nr. 800/1999, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2299/2001, moet aldus worden uitgelegd dat de daarin bedoelde sanctie van toepassing is wanneer de exporteur binnen de gestelde termijnen documenten tot bewijs van de aankomst van de uitgevoerde producten in het land van bestemming heeft overgelegd, die vervalst zijn gebleken, ook al komt de gevraagde uitvoerrestitutie blijkens in de loop van het geding overgelegde geldige documenten overeen met die welke hem had moet worden toegekend.