(4) Die Familienangehörigen eines abhängig oder selbständig Erwerbstätigen, der während seines Erwerbslebens verstorben ist, bevor er gemäß Absatz 1 das Recht auf Daueraufenthalt in dem betreffenden Mitgliedstaat erworben hat, haben, ungeachtet ihrer Staatsangehörigkeit, das Recht, sich dort dauerhaft aufzuhalten, sofern
4. Wanneer de werknemer of zelfstandige tijdens zijn arbeidsleven is overleden alvorens uit hoofde van het bepaalde in lid 1 het duurzame verblijfsrecht op het grondgebied van het gastland te hebben verkregen, hebben de familieleden, ongeacht hun nationaliteit, een duurzaam verblijfsrecht op het grondgebied van het gastland mits: