Vertaling van "ihrer rechtsvorschriften geeignete " (Duits → Nederlands) :

Aufbauend auf den bestehenden EU-Rechtsvorschriften und den verfügbaren und ständig besser werdenden Verfahren und Technologien fordert die Kommission diejenigen Mitgliedstaaten, die derzeit ihre nicht konventionellen Kohlenwasserstoffquellen wie z. B. Schiefergas explorieren oder zu explorieren und zu fördern beabsichtigen, auf, die bestehenden EU-Rechtsvorschriften ordnungsgemäß umzusetzen und anzuwenden und bei deren Anwendung oder bei der Anpassung ihrer Umsetzungsvorschriften an die Erfordernisse und Besonderheiten nicht konventioneller Kohlenwasserstoffquellen der beigefügten Empfehlung zu folgen, um sicherzustellen, dass geeignete Bedingungen für die sichere und zuverlässige Erschließung dieser Quellen gegeben sind, wobei auch mögliche Auswirkungen auf benachbarte Länder zu berücksichtigen sind.
Voortbouwend op de bestaande EU-wetgeving en de beschikbare en steeds beter wordende praktijken en technologieën, verzoekt de Commissie de lidstaten die momenteel niet-conventionele koolwaterstoffen zoals schaliegas exploreren of van plan zijn te exploreren en te produceren, de bestaande EU-wetgeving correct om te zetten en toe te passen, en daarbij of bij de aanpassing van hun omzettingswetgeving aan de behoeften en specifieke kenmerken van niet-conventionele koolwaterstoffen, de hierbij gaande aanbeveling te volgen om ervoor te zorgen dat de voorwaarden voor een veilige en zekere ontwikkeling zijn vervuld, mede rekening houdend met de mogelijke gevolgen voor de buurlanden.

(2) Ist eine zuständige Behörde der Auffassung, dass eine in einem anderen Mitgliedstaat ansässige, jedoch in ihrem Hoheitsgebiet tätige Organisation für die kollektive Rechtewahrnehmung möglicherweise gegen die gemäß dieser Richtlinie erlassenen nationalen Rechtsvorschriften des Mitgliedstaats verstößt, in dem die Organisation ansässig ist, so kann die Behörde alle einschlägigen Informationen an die zuständige Behörde des Mitgliedstaats übermitteln, in dem die Organisation für die kollektive Rechtewahrnehmung ansässig ist, und gegebenenfalls diese Behörde ersuchen, im Rahmen ihrer Befugnisse geeignete Maßnahmen zu ergreifen.
2. Wanneer een bevoegde instantie van oordeel is dat een collectieve beheerorganisatie die in een andere lidstaat gevestigd is maar op haar grondgebied actief is, mogelijkerwijs niet voldoet aan de bepalingen in het nationale recht van de lidstaat waar die collectieve beheerorganisatie gevestigd is, die zijn vastgesteld op grond van de voorschriften van deze richtlijn, kan zij alle relevante informatie doorgeven aan de bevoegde instantie van de lidstaat waar de collectieve beheerorganisatie gevestigd is, eventueel vergezeld waar toepasselijk van een verzoek aan die instantie om onder haar bevoegdheid vallende passende maatregelen te nemen.

2. Ist eine zuständige Behörde der Auffassung, dass eine in einem anderen Mitgliedstaat ansässige, jedoch in ihrem Hoheitsgebiet tätige Organisation für die kollektive Rechtewahrnehmung möglicherweise gegen die gemäß dieser Richtlinie erlassenen nationalen Rechtsvorschriften des Mitgliedstaats verstößt, in dem die Organisation ansässig ist, so kann die Behörde alle einschlägigen Informationen an die zuständige Behörde des Mitgliedstaats übermitteln, in dem die Organisation für die kollektive Rechtewahrnehmung ansässig ist, und gegebenenfalls diese Behörde ersuchen, im Rahmen ihrer Befugnisse geeignete Maßnahmen zu ergreifen.
2. Wanneer een bevoegde instantie van oordeel is dat een collectieve beheersorganisatie die in een andere lidstaat gevestigd is maar op haar grondgebied actief is, mogelijkerwijs niet voldoet aan de bepalingen in het nationale recht van de lidstaat waar die collectieve beheersorganisatie gevestigd is die zijn vastgesteld op grond van de voorschriften van deze richtlijn, kan zij alle relevante informatie doorgeven aan de bevoegde instantie van de lidstaat waar de collectieve beheersorganisatie gevestigd is, eventueel vergezeld waar toepasselijk van een verzoek aan die instantie om onder haar bevoegdheid vallende passende maatregelen te nemen.

39. vertritt die Ansicht, dass in Anbetracht der neuen Formen von Mobilität eine Analyse der geltenden Rechtsvorschriften nötig ist, um zu prüfen, ob sie noch zeitgemäß sind, und um geeignete Wege zur Anpassung an die neuen flexiblen Bedingungen auf dem europäischen Arbeitsmarkt ausfindig zu machen, wobei nicht nur die Notwendigkeit, die Rechte der Arbeitnehmer zu schützen, berücksichtigt werden muss, sondern auch die zusätzlichen Probleme, denen sich die Arbeitnehmer und ihre Familien im Rahmen der Mobilität gegenübersehen, geprüft werden müssen; vertritt zudem die Ansicht, dass untersucht werden muss, inwieweit in allen Mitgliedstaaten die gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften betreffend die Freizügigkeit auf dem europäischen Arbeitsmarkt und das Niederlassungsrecht der Arbeitnehmer und ihrer Familien tatsächlich umgesetzt werden; empfiehlt, gegebenenfalls Empfehlungen zur Verbesserung des legislativen und operationellen Rahmens auszuarbeiten;
39. is in de context van de nieuwe vormen van mobiliteit van oordeel dat er nood is aan een analyse van de huidige wetgeving, teneinde na te gaan of deze nog aangepast is en gepaste middelen te vinden om die bepalingen af te stemmen op de nieuwe flexibele structuur van de Europese arbeidsmarkt niet alleen rekening houdend met de noodzaak werknemersrechten te waarborgen, maar tevens met aandacht voor aanvullende problemen waarmee migrerende werknemers en hun gezinnen te maken kunnen krijgen; onderstreept tevens de noodzaak om na te gaan hoe de communautaire wetgeving betreffende het vrij verkeer van werknemers en het recht van verblijf voor deze werknemers en hun gezinsleden in alle lidstaten daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd; is van mening dat, waar nodig, aanbevelingen ter verbetering van het wetgevings- en operationele kader moeten worden geformuleerd;

39. vertritt die Ansicht, dass in Anbetracht der neuen Formen von Mobilität eine Analyse der geltenden Rechtsvorschriften nötig ist, um zu prüfen, ob sie noch zeitgemäß sind, und um geeignete Wege zur Anpassung an die neuen flexiblen Bedingungen auf dem europäischen Arbeitsmarkt ausfindig zu machen, wobei nicht nur die Notwendigkeit, die Rechte der Arbeitnehmer zu schützen, berücksichtigt werden muss, sondern auch die zusätzlichen Probleme, denen sich die Arbeitnehmer und ihre Familien im Rahmen der Mobilität gegenübersehen, geprüft werden müssen; vertritt zudem die Ansicht, dass untersucht werden muss, inwieweit in allen Mitgliedstaaten die gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften betreffend die Freizügigkeit auf dem europäischen Arbeitsmarkt und das Niederlassungsrecht der Arbeitnehmer und ihrer Familien tatsächlich umgesetzt und angewandt werden; empfiehlt, gegebenenfalls Empfehlungen zur Verbesserung des legislativen und operationellen Rahmens auszuarbeiten;
39. is van mening dat de nieuwe vormen van mobiliteit een analyse en herziening van de huidige wetgeving vereisen, teneinde de bepalingen af te stemmen op de nieuwe flexibele structuur van de Europese arbeidsmarkt; onderstreept tevens de noodzaak om na te gaan hoe de communautaire wetgeving betreffende het vrij verkeer van werknemers en het recht van verblijf voor deze werknemers en hun gezinsleden in alle lidstaten ten uitvoer kan worden gelegd;

In der Empfehlung 2001/613/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 10. Juli 2001 über die Mobilität von Studierenden, in der Ausbildung stehenden Personen, Freiwilligen, Lehrkräften und Ausbildern in der Gemeinschaft wurden die Mitgliedstaaten aufgefordert, die von ihnen gemäß den gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften sowie im Rahmen ihrer nationalen Rechtsvorschriften als geeignet erachteten Maßnahmen zu ergreifen, damit Freiwilligenhelfer und ihre Familien nicht aufgrund von einschlägigen Politiken des sozialen Schutzes, wie z. B. der Gesundheitsversorgung und der Sozialfürsorge, die ihre Mobilität beeinträchtigen können, diskriminiert werden.
In Aanbeveling 2001/613/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juli 2001 inzake de mobiliteit binnen de Gemeenschap van studenten, personen in opleiding, vrijwilligers, leerkrachten en opleiders werd de lidstaten verzocht om overeenkomstig de communautaire regelgeving in het kader van hun nationale wetgeving de maatregelen te nemen die zij passend achten, om ervoor te zorgen dat vrijwilligers en hun gezinnen niet wegens hun mobiliteit worden gediscrimineerd ten aanzien van de relevante sociale bescherming, zoals gezondheidszorg en sociale voorzieningen.

Hat eine Person, die sich eine Berufskrankheit zugezogen hat, nach den Rechtsvorschriften von zwei oder mehr Mitgliedstaaten eine Tätigkeit ausgeübt, die ihrer Art nach geeignet ist, eine solche Krankheit zu verursachen, so werden die Leistungen, auf die sie oder ihre Hinterbliebenen Anspruch haben, ausschließlich nach den Rechtsvorschriften des letzten dieser Mitgliedstaaten gewährt, dessen Voraussetzungen erfüllt sind.
Indien een persoon die door een beroepsziekte is getroffen, onder de wetgeving van twee of meer lidstaten zodanige werkzaamheden heeft verricht dat deze ziekte daardoor kan zijn ontstaan, worden de prestaties waarop de betrokkene of zijn nabestaanden aanspraak kunnen maken, uitsluitend toegekend op grond van de wetgeving aan welker voorwaarden de betrokkene laatstelijk heeft voldaan.

c) die von ihnen gemäß den gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften sowie im Rahmen ihrer nationalen Rechtsvorschriften als geeignet erachteten Maßnahmen zu ergreifen, damit Freiwillige und deren Familien hinsichtlich des einschlägigen sozialen Schutzes, wie im Bereich der Gesundheitsversorgung und der Politiken zum Wohlergehen der Familien, nicht aufgrund ihrer Mobilität diskriminiert werden.
c) overeenkomstig de communautaire regelgeving en in het kader van hun nationale wetgeving de maatregelen nemen die zij passend achten, opdat vrijwilligers en hun gezinnen niet ten gevolge van hun mobiliteit een ongelijke behandeling ontvangen op het gebied van de relevante sociale bescherming, zoals de gezondheidszorg en de op het welzijn van de gezinnen gerichte beleidsmaatregelen.

c) die von ihnen gemäß den gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften sowie im Rahmen ihrer nationalen Rechtsvorschriften als geeignet erachteten Maßnahmen zu ergreifen, damit Personen, die sich zu einer anerkannten Ausbildung in einen anderen Mitgliedstaat begeben, hinsichtlich des einschlägigen sozialen Schutzes, einschließlich der damit verbundenen Verwaltungsformalitäten, wie im Bereich der Gesundheitsversorgung und in anderen einschlägigen Bereichen, nicht wegen der Tatsache, dass sie ihre Mobilität nutzen, diskriminiert werden.
c) de maatregelen nemen die zij passend achten overeenkomstig de communautaire regelgeving en in het kader van hun nationale wetgeving, opdat personen die zich naar een andere lidstaat begeven om daar een erkende opleiding te volgen, niet ten gevolge van hun mobiliteit een ongelijke behandeling ontvangen op het gebied van de relevante sociale bescherming, met inbegrip van de administratieve formaliteiten inzake deze bescherming, zoals de gezondheidszorg en andere relevante gebieden.