Traduction de «ihrer privatsphäre führen » (Allemand → Néerlandais) :

Teilnehmer, die von Sicherheitsverletzungen betroffen sind, die zu einer ernsthaften Bedrohung ihrer Privatsphäre führen könnten (z.B. Identitätsdiebstahl oder -betrug, physische Schädigung, erhebliche Demütigung oder Rufschaden) sollten unverzüglich benachrichtigt werden, damit sie die erforderlichen Schutzvorkehrungen treffen können.
Abonnees die worden getroffen door beveiligingsincidenten die kunnen leiden tot een ernstig risico voor hun persoonlijke levenssfeer (bijvoorbeeld identiteitsdiefstal of -fraude, lichamelijke schade, ernstige vernedering of aantasting van de reputatie), moeten daarvan onverwijld in kennis worden gesteld zodat zij de nodige voorzorgsmaatregelen kunnen treffen.

(6) Die Mitgliedstaaten treffen die erforderlichen Maßnahmen, um — wenn dies im Interesse der Opfer im Kindesalter liegt und unter Berücksichtigung sonstiger vorrangiger Interessen — die Privatsphäre, die Identität und die Abbildungen der Opfer im Kindesalter zu schützen und die öffentliche Verbreitung aller Informationen zu verhindern, die zu ihrer Identifizierung führen könnten.
6. De lidstaten nemen, wanneer dit in het belang is van de kindslachtoffers en rekening houdend met andere doorslaggevende belangen, de nodige maatregelen om hun privacy, hun identiteit en hun beeltenis te beschermen, en om de publieke verspreiding van elke informatie die tot hun identificatie zou kunnen leiden, te voorkomen.

6. Jeder Mitgliedstaat trifft die erforderlichen Maßnahmen, um – soweit dies im Interesse der Opfer im Kindesalter liegt und unter Berücksichtigung sonstiger vorrangiger Interessen – ihre Privatsphäre, ihre Identität und Abbildungen von ihnen zu schützen und die öffentliche Verbreitung aller Informationen zu verhindern, die zu ihrer Identifizierung führen könnten.
6. Elke lidstaat neemt, wanneer dit in het belang is van de minderjarige slachtoffers en rekening houdend met andere doorslaggevende belangen, de nodige maatregelen om hun privacy, hun identiteit en hun beeltenis te beschermen, en om de publieke verspreiding van elke informatie die tot hun identificatie zou kunnen leiden, te voorkomen.

16. weist die Auffassung, dass alle Fragen in Verbindung mit Programmen zur Massenüberwachung lediglich die nationale Sicherheit betreffen und daher ausschließlich der Zuständigkeit der Mitgliedstaaten unterliegen, mit Nachdruck zurück; wiederholt, dass die Mitgliedstaaten sich in ihrem Handeln zum Schutz der nationalen Sicherheit uneingeschränkt an die Vorgaben des EU-Rechts und der EMRK zu halten haben; verweist auf ein kürzlich ergangenes Urteil des Gerichtshofs, wonach „es zwar Sache der Mitgliedstaaten [ist], die geeigneten Maßnahmen zur Gewährleistung ihrer inneren und äußeren Sicherheit zu ergreifen, [...] der Umstand, dass eine Entscheidung die Sicherheit des Staates betrifft, für sich allein genommen [jedoch] nicht zur Unanwendbarkeit des Rechts der Union führen [kann]“ ; erinnert ferner daran, dass es um den Schutz der Privatsphäre aller EU-Bürger geht und dass die Sicherheit und Zuverlässigkeit aller Kommunikationsnetze der EU in Gefahr sind; ist daher der Meinung, dass Diskussionen und Maßnahmen auf EU-Ebene nicht nur legitim, sondern auch notwendig für den Erhalt der Autonomie der EU sind;
16. staat zeer afwijzend tegenover de gedachte dat alle aangelegenheden met betrekking tot programma's voor grootschalige surveillance uitsluitend tot het domein van de nationale veiligheid behoren en daarom alleen tot de bevoegdheid van de lidstaten behoren; roept de lidstaten op de EU-wetgeving en het EVRM volledig te eerbiedigen wanneer zij maatregelen treffen ter waarborging van de nationale veiligheid; herinnert aan een recente beslissing van het Hof van Justitie die bepaalt dat het weliswaar aan de lidstaten is om de passende maatregelen te treffen om de binnenlandse en buitenlandse veiligheid te verzekeren, doch het enkele feit dat een besluit de staatsveiligheid betreft, er niet toe kan leiden dat het Unierecht niet van toepassing is ; brengt voorts in herinnering dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van alle EU-burgers op het spel staat, alsmede de veiligheid en betrouwbaarheid van alle communicatienetwerken in de EU; is derhalve van mening dat discussie en ingrijpen op EU-niveau niet alleen legitiem is, maar ook een kwestie van autonomie en soevereiniteit van de EU;

16. weist die Auffassung, dass alle Fragen in Verbindung mit Programmen zur Massenüberwachung lediglich die nationale Sicherheit betreffen und daher ausschließlich der Zuständigkeit der Mitgliedstaaten unterliegen, mit Nachdruck zurück; wiederholt, dass die Mitgliedstaaten sich in ihrem Handeln zum Schutz der nationalen Sicherheit uneingeschränkt an die Vorgaben des EU-Rechts und der EMRK zu halten haben; verweist auf ein kürzlich ergangenes Urteil des Gerichtshofs, wonach „es zwar Sache der Mitgliedstaaten [ist], die geeigneten Maßnahmen zur Gewährleistung ihrer inneren und äußeren Sicherheit zu ergreifen, [...] der Umstand, dass eine Entscheidung die Sicherheit des Staates betrifft, für sich allein genommen [jedoch] nicht zur Unanwendbarkeit des Rechts der Union führen [kann]“; erinnert ferner daran, dass es um den Schutz der Privatsphäre aller EU-Bürger geht und dass die Sicherheit und Zuverlässigkeit aller Kommunikationsnetze der EU in Gefahr sind; ist daher der Meinung, dass Diskussionen und Maßnahmen auf EU-Ebene nicht nur legitim, sondern auch notwendig für den Erhalt der Autonomie der EU sind;
16. staat zeer afwijzend tegenover de gedachte dat alle aangelegenheden met betrekking tot programma's voor grootschalige surveillance uitsluitend tot het domein van de nationale veiligheid behoren en daarom alleen tot de bevoegdheid van de lidstaten behoren; roept de lidstaten op de EU-wetgeving en het EVRM volledig te eerbiedigen wanneer zij maatregelen treffen ter waarborging van de nationale veiligheid; herinnert aan een recente beslissing van het Hof van Justitie die bepaalt dat het weliswaar aan de lidstaten is om de passende maatregelen te treffen om de binnenlandse en buitenlandse veiligheid te verzekeren, doch het enkele feit dat een besluit de staatsveiligheid betreft, er niet toe kan leiden dat het Unierecht niet van toepassing is; brengt voorts in herinnering dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van alle EU-burgers op het spel staat, alsmede de veiligheid en betrouwbaarheid van alle communicatienetwerken in de EU; is derhalve van mening dat discussie en ingrijpen op EU-niveau niet alleen legitiem is, maar ook een kwestie van autonomie en soevereiniteit van de EU;

22. weist erneut darauf hin, dass die Inanspruchnahme von Dienstleistungen und Beihilfen aus dem öffentlichen Haushalt durch Menschen mit Behinderungen nicht zu einer Verletzung ihrer Menschenrechte und Privatsphäre oder zur Bildung von Vorurteilen führen darf;
22. wijst erop dat registratie van mensen met een handicap in verband met diensten en uit openbare middelen betaalde ondersteuning niet mag leiden tot schending van hun mensenrechten en persoonlijke levenssfeer of stigmatisering;