Vertaling van "ihrer jeweiligen institutionen " (Duits → Nederlands) :

Was die Nutzung der im Rahmen von TEMPUS III erworbenen Qualifikationen seitens der Entscheidungsträger zur Beeinflussung ihrer jeweiligen Institutionen betrifft, so war auf der Ebene der Hochschuleinrichtungen ein klarer Effekt festzustellen.
Ook hebben de hogeronderwijsinstellingen kunnen profiteren van de vaardigheden die hun beleidsmakers dankzij Tempus III konden ontwikkelen.

Die Europäischen Institutionen, die Mitgliedstaaten und alle sonstigen Akteure müssen gemeinsam und entsprechend ihrer jeweiligen Rolle auf die Herausforderungen einer alternden Bevölkerung reagieren.
De Europese instellingen, de lidstaten en alle belanghebbenden moeten tezamen en in het kader van hun respectieve rollen reageren op de uitdagingen van de vergrijzende bevolking.

11. weist darauf hin, dass die EU auf internationaler Ebene größeres Gewicht hat als die Summe ihrer Mitgliedstaaten; fordert die Mitgliedstaaten, die Kommission und den Europäischen Auswärtigen Dienst (EAD) auf, in Einklang mit der in anderen Politikbereichen bewährten Praxis die Koordinierung ihrer jeweiligen Budgethilfe an Drittstaaten zu verbessern, um mögliche oder bestehende Überschneidungen, Widersprüche und Ungereimtheiten zu beseitigen; bedauert, dass Bewertungen gezeigt haben, dass auf der Ebene der Sektoren die Schwäche der Politik, der Institutionen und der Systeme der Erbringung von Dienstleistungen die Geber dazu veranlasst hat, Projekte mit Hilfe ihrer eigenen Systeme durchzuführen und bilateral anstatt abgestimmt vorzugehen, was gerade in Zeiten knapper Mittel völlig inakzeptabel ist und was es auch für die EU sehr schwer macht, ihre Zusagen hinsichtlich der leichteren Vorhersehbarkeit der Hilfe einzuhalten; bekräftigt seine Ansicht, dass sich die EU-Budgethilfe in sämtlichen Phasen der Vorbereitung und Durchführung auf spezifische Bereiche konzentrieren sollte, die den größten Mehrwert versprechen;
11. wijst erop dat de EU op internationaal vlak meer gewicht in de schaal legt dan de som van haar afzonderlijke lidstaten; verzoekt de lidstaten, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) om, overeenkomstig de gevestigde praktijk op andere beleidsgebieden, hun respectieve begrotingssteun aan derde landen beter te coördineren teneinde overlappingen, inconsistenties en incoherenties te vermijden en/of weg te werken; betreurt dat uit evaluaties is gebleken dat zwak beleid, zwakke instellingen en zwakke dienstverleningssystemen op sectoraal niveau donors ertoe hebben genoopt projecten met hun eigen systemen uit te voeren en voor een bilaterale en niet-gecoördineerde benadering te kiezen, hetgeen in een context van schaarse financiële middelen des te meer onaanvaardbaar is en het voor de EU zeer moeilijk maakt haar beloften om de hulp voorspelbaarder te maken, na te komen; stelt dat tijdens alle fasen van de voorbereiding en uitvoering van de EU-begrotingssteun moet worden gefocust op specifieke gebieden die de meeste meerwaarde bieden;

56. fordert die Mitgliedstaaten, die Kommission und den Europäischen Auswärtigen Dienst (EAD) auf, in Einklang mit der in anderen Politikbereichen bewährten Praxis die Koordinierung ihrer jeweiligen Budgethilfe an Drittstaaten zu verbessern, um mögliche oder bestehende Überschneidungen, Widersprüche und Ungereimtheiten zu vermeiden oder zu beseitigen; bedauert, dass Bewertungen gezeigt haben, dass auf der Ebene der Sektoren die Schwäche der Politik, der Institutionen und der Systeme der Erbringung von Dienstleistungen die Geber dazu veranlasst hat, Projekte mit Hilfe ihrer eigenen Systeme durchzuführen und bilateral anstatt abgestimmt vorzugehen, was gerade in Zeiten knapper Mittel völlig inakzeptabel ist und es der EU außerordentlich erschwert, ihre Zusagen hinsichtlich der leichteren Vorhersehbarkeit der Hilfe einzuhalten; bekräftigt seine Ansicht, dass sich die EU-Budgethilfe in sämtlichen Phasen der Vorbereitung und Durchführung auf spezifische Bereiche konzentrieren sollte, die den größten Mehrwert versprechen;
56. verzoekt de lidstaten, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden om, overeenkomstig de gevestigde praktijk op andere beleidsgebieden, hun respectieve begrotingssteun aan derde landen beter te coördineren teneinde overlappingen, inconsistenties en incoherenties te vermijden en/of weg te werken; betreurt dat uit evaluaties is gebleken dat zwak beleid, zwakke instellingen en zwakke dienstverleningssystemen op sectoraal niveau donors ertoe hebben genoopt projecten met hun eigen systemen uit te voeren en voor een bilaterale en niet-gecoördineerde benadering te kiezen, hetgeen in een context van schaarse financiële middelen des te meer onaanvaardbaar is en het voor de EU zeer moeilijk maakt haar beloften om de hulp voorspelbaarder te maken, na te komen; stelt dat tijdens alle fasen van de voorbereiding en uitvoering van de EU-begrotingssteun moet worden gefocust op specifieke gebieden die de meeste meerwaarde bieden;

unterstreicht, dass die EU und die Mitgliedstaaten im Bereich der Umsetzung und/oder Durchsetzung der Menschen- und Grundrechte im Rahmen ihrer jeweiligen Zuständigkeiten gemäß dem Subsidiaritätsprinzip gemeinsame Verpflichtungen haben und dass diese geteilte Verantwortung und Zuständigkeit sowohl eine Chance als auch eine Verpflichtung seitens der Mitgliedstaaten und der Institutionen der EU darstellt; hebt die Stärkung der Rolle der nationalen Parlamente durch den Vertrag von Lissabon hervor und unterstützt die Einrichtung eines ständigen formellen Dialogs zwischen dem Europäischen Parlament und den nationalen Parlamenten;
benadrukt het feit dat de EU en de lidstaten verplichtingen delen op het vlak van de tenuitvoerlegging en/of handhaving van de mensenrechten en grondrechten, binnen hun respectieve bevoegdheidsterreinen, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, en dat deze gedeelde verantwoordelijkheid en bevoegdheid zowel een kans als een verplichting is voor de lidstaten en de EU-instellingen; wijst met klem op de versterkte rol die de nationale parlementen hebben gekregen door het Verdrag van Lissabon en steunt de totstandbrenging van een formele en permanente dialoog tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen;

fordert daher die europäischen Institutionen und Mitgliedstaaten auf, im Rahmen eines Territorialen Paktes mit den lokalen und regionalen Gebietskörperschaften deren Beteiligung an der Umsetzung der Europa-2020-Strategie zu vereinbaren und darin auch die Rolle von Leitinitiativen vor Ort zu beschreiben; eine Empfehlung für Territorialpakte soll auf der Ebene der Mitgliedstaaten die strukturierte Beteiligung der Gebietskörperschaften gemäß ihrer jeweiligen Zuständigkeiten und unter Beachtung des Subsidiaritätsprinzips ermöglichen;
De Europese instellingen en lidstaten zouden daarom in een territoriaal pact met de lokale en regionale overheden moeten bepalen welke inbreng territoriale overheden krijgen in de uitvoering van de strategie „Europa 2020” en daarin ook de rol van lokale kerninitiatieven moeten beschrijven. Een aanbeveling voor territoriale pacten zou op nationaal niveau kunnen zorgen voor een gestructureerde inbreng van territoriale overheden, in samenhang met hun bevoegdheden en met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

Förderung des gegenseitigen Verständnisses zwischen den Völkern der Europäischen Union und Kanadas, einschließlich umfassenderer Kenntnisse ihrer jeweiligen Sprachen, Kulturen und Institutionen;
bevorderen van het onderlinge begrip tussen de volkeren van de Europese Gemeenschap en Canada, waaronder een bredere kennis van hun talen, culturen en instellingen;

66. begrüßt die Vorschläge der Kommission vom Oktober 2002 zur Vereinfachung von Maßnahmen innerhalb des laufenden Programmzeitraums und fordert die Kommission sowie die Mitgliedstaaten mit Nachdruck auf, ihren jeweiligen Teil so rasch wie möglich auszuführen, um die Verwendungsrate bei den 2003 verfügbaren Zahlungsermächtigungen zu verbessern; bedauert, dass die Mitgliedstaaten nicht bereit sind, ihre eigenen Institutionen für den Abschluss ihrer jeweiligen nationalen Programme verantwortlich zu machen und eine jährliche Zuverlässigkeitserklärung abzugeben, um damit die Anzahl der von der Kommission durchzuführenden Prüfungen zu verringern;
66. verwelkomt het voorstel van de Commissie van oktober 2002 gericht op het vereenvoudigen van maatregelen binnen de huidige programmaperiode, en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan hun respectievelijke aandeel zo snel mogelijk te implementeren, teneinde het uitvoeringsniveau van de beschikbare betalingskredieten in 2003 te verbeteren; betreurt de onwil van de lidstaten om hun eigen instellingen verantwoordelijk te stellen voor het afronden van hun respectievelijke nationale programma's en een jaarlijkse verklaring van betrouwbaarheid af te geven als middel om het aantal door de Commissie uit te voeren controles te verminderen;

65. begrüßt die Vorschläge der Kommission vom Oktober 2002 zur Vereinfachung von Maßnahmen innerhalb des laufenden Programmzeitraums und fordert die Kommission sowie die Mitgliedstaaten mit Nachdruck auf, ihren jeweiligen Teil so rasch wie möglich auszuführen, um die Verwendungsrate bei den 2003 verfügbaren Zahlungsermächtigungen zu verbessern; bedauert, dass die Mitgliedstaaten nicht bereit sind, ihre eigenen Institutionen für den Abschluss ihrer jeweiligen nationalen Programme verantwortlich zu machen und eine jährliche Zuverlässigkeitserklärung abzugeben, um damit die Anzahl der von der Kommission durchzuführenden Prüfungen zu verringern;
65. verwelkomt het voorstel van de Commissie van oktober 2002 gericht op het vereenvoudigen van maatregelen binnen de huidige programmaperiode, en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan hun respectievelijke aandeel zo snel mogelijk te implementeren, teneinde het uitvoeringsniveau van de beschikbare betalingskredieten in 2003 te verbeteren; betreurt de onwil van de lidstaten om hun eigen instellingen verantwoordelijk te stellen voor het afronden van hun respectievelijke nationale programma's en een jaarlijkse verklaring van betrouwbaarheid af te geven als middel om het aantal door de Commissie uit te voeren controles te verminderen;

Das 1975 von 46 Ländern in Afrika, im karibischen Raum und im Pazifischen Ozean und den 9 Mitgliedstaaten der Europäischen Gemeinschaft unterzeichnete erste Abkommen von Lomé begründete ein Modell der interregionalen Entwicklungszusammenarbeit (zwischen zwei Ländergruppen mit ungleichem Integrationsstand), das mehrere Dimensionen hatte (es umfasste Entwicklungshilfe und Handelsbeziehungen zugleich) und vertraglich festgelegt war (es wurde für einen Zeitraum von fünf Jahren geschlossen, die finanzielle Ausstattung stellte die Planbarkeit der Mittel sicher, die für die Programmierung der AKP-Staaten und die langfristige Planung ihrer Entwicklungsprojekte unabdingbar war). Doch die größte Neuerung dieser Zusammenarbeit lag in dem Partnerschaftsgedanken, der die Gleichheit der Signatarstaaten und die Achtung ihrer Souveränität sowie ihrer jeweiligen Interessen beinhaltete und von den gemeinsamen Institutionen AKP-EU verkörpert wurde. Die Staaten Europas verfolgten mit Lomé das Ziel, einen Rahmen für ihre Beziehungen zu ihren ehemaligen Kolonien zu schaffen, die unabhängig geworden waren.
Met de eerste Overeenkomst van Lomé, in 1975 ondertekend door 46 staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de negen toenmalige lidstaten van de Europese Gemeenschap, is de basis gelegd voor een model van ontwikkelingssamenwerking van interregionale aard (tussen twee groepen landen van verschillend integratieniveau) en multidimensionele betekenis (zich uitstrekkend tot zowel ontwikkelingssamenwerking als handelsbetrekkingen), dat berust op contractuele betrekkingen (voorspelbaarheid garanderend, via een voor een periode van vijf jaar vastgelegd financieel kader, ten aanzien van de verstrekking van middelen met het oog op de programmering door de ACS-landen en de langetermijnplanning van hun ontwikkelingsprojecten). De belangrijkste vernieuwing van deze samenwerking lag echter in het concept van partnerschap, dat gebaseerd was op het idee van gelijkwaardigheid van de ondertekenende partijen, eerbiediging van hun soevereiniteit alsmede van hun wederzijdse belangen, een concept dat belichaamd werd in de gezamenlijke ACS-EU-instellingen. In feite was het doel van de Europese landen via Lomé een kader in het leven te roepen voor hun betrekkingen met hun voormalige, inmiddels onafhankelijk geworden koloniën.