20. betont, dass die EU ihre industriellen Interessen im Rahmen ihrer Handelsbeziehungen wahren muss, und zwar sowohl bei der Ausarbeitung von Handelsübereinkommen und von Rechtsvorschriften über den Zugang von Unternehmen aus Drittstaaten zu den öffentlichen Aufträgen in der EU als auch bei der – zu seltenen – Anwendung von Schutzmaßnahmen gegen unlauteren Wettbewerb von Unternehmen aus Drittstaaten;
20. onderstreept dat het belangrijk is dat de Unie haar industrie beschermd in het kader van haar handelsbetrekkingen, dat wil zeggen zowel bij de handelsovereenkomsten die zij sluit en bij de uitwerking van wetgeving betreffende toegang tot haar aanbestedingsmarkt voor ondernemingen uit derde landen, als wat betreft de (onvoldoende) inzet van middelen ter bescherming tegen oneerlijke concurrentie door ondernemingen in derde landen;