Vertaling van "ihrer höhe mindestens " (Duits → Nederlands) :

Der Bericht fordert außerdem, dass die Geldmittel, die für diese Regionen nach 2013 vorgesehen sind, in ihrer Höhe mindestens denen entsprechen, die sie im aktuellen Programmplanungszeitraum erhalten.
Het verslag verzoekt tevens de na 2013 aan hen toegekende kredieten minstens op het niveau van de huidige programmeringsperiode te handhaven.

Vorbehaltlich der Bestimmungen von § 1 gilt gegenüber den Kinderbetreuungsstätten im zweisprachigen Gebiet Brüssel-Hauptstadt ein Vorrang für die Kinder, von denen mindestens ein Elternteil ausreichend die niederländische Sprache beherrscht, in Höhe von maximal 55 Prozent ihrer Betreuungskapazität.
Behoudens de bepalingen in § 1 geldt ten aanzien van de kinderopvanglocaties in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad een voorrang voor kinderen waarvan minstens één ouder het Nederlands voldoende machtig is en dit ten belope van maximaal 55 percent van hun opvangcapaciteit.

« auf Gesellschaften, die keine vom Nationalen Rat für das Genossenschaftswesen zugelassene Genossenschaften sind, die zu Lasten des Ergebnisses des Besteuerungszeitraums nicht mindestens einem ihrer Verwaltungsratsmitglieder oder aktiven Teilhaber eine Entlohnung in Höhe von mindestens 1.000.000 Franken bewilligt haben ».
« op vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, die ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk niet aan ten minste één bestuurder of werkend vennoot een bezoldiging van ten minste 1.000.000 frank hebben toegekend; ».

« Verstösst Artikel 202 des EStGB gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er den Vorteil der Regelung der EBE ausschliesslich den Gesellschaften, die eine Beteiligung von mindestens fünf Prozent besitzen, und den Kreditinstituten, den Versicherungsunternehmen und den Börsengesellschaften ohne Rücksicht auf die Höhe ihrer Beteiligung vorbehält?
« Schendt artikel 202 van het W.I. B. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het het voordeel van het stelsel van de D.B.I'. s uitsluitend voorbehoudt aan de vennootschappen die een deelneming bezitten van ten minste 5 pct. en aan de kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beursvennootschappen, ongeacht het bedrag van hun deelneming ?

1. hält die vorgeschlagenen erweiterungsbezogenen Ausgaben für die Maßnahmen zur Schaffung eines Raums der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts in ihrer Höhe für nicht ausreichend und verlangt, dass sie durchschnittlich um mindestens 25% aufgestockt werden;
1. is van mening dat de bedragen die worden voorgesteld voor aan de uitbreiding gerelateerde uitgaven voor de activiteiten voor de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid niet voldoende zijn en verzoekt om verhoging van deze bedragen met gemiddeld ten minste 25%;

3. Juristische Personen des privaten Rechts im Besitz von juristischen Personen des öffentlichen Rechts, lokale Gebietskörperschaften sämtlicher Ebenen, einschließlich des griechischen Zentralverbands für lokale Gebietskörperschaften (K.E.Δ.K.E.), sowie lokale Gemeindeverbände von Unternehmen und Einrichtungen des öffentlichen Rechts und der unter Buchstabe b genannten juristischen Personen oder die regelmäßig nach geltendem Recht oder aufgrund ihrer Satzung von diesen Rechtssubjekten in Höhe von mindestens 50 % ihres Jahreshaushalts subventioniert werden oder in deren Händen sich mindestens 51 % des Gesellschaftskapitals der betreffenden juristischen Personen des öffentlichen Rechts befinden.
(c) Privaatrechtelijke rechtspersonen die het eigendom van publiekrechtelijke rechtspersonen zijn, van lokale besturen van alle niveaus, met inbegrip van de centrale vereniging van het lokale Griekse bestuur (K.E.Δ.K.E.), lokale verenigingen van gemeenten, alsook overheidsbedrijven en -organen, en de onder b) genoemde rechtspersonen, of die volgens de toepasselijke bepalingen of hun eigen statuten regelmatig door hen worden gesubsidieerd ten belope van ten minste 50% van hun jaarlijkse begroting, of de bovengenoemde rechtspersonen die ten minste 51% van het bedrijfskapitaal van die publiekrechtelijke rechtspersonen bezitten.

(3) Maßnahmen gemäß Teil A des Anhangs, an denen mindestens zehn Mitgliedstaaten oder mindestens fünfzehn Länder, die an dem Europäischen Jahr teilnehmen, beteiligt sind, können bis zu einer Höhe von maximal 80 % ihrer Gesamtkosten im Rahmen des Gesamthaushaltsplans der Europäischen Union kofinanziert werden.
3. De in deel A van de bijlage beschreven acties waaraan ten minste tien lidstaten of ten minste vijftien aan het Europees Jaar participerende landen deelnemen, kunnen tot ten hoogste 80% van hun totale kostprijs medegefinancierd worden uit de algemene begroting van de Europese Unie .

18. ist der Ansicht, dass die sieben Regionen in äußerster Randlage eine Behandlung erfahren müssen, die mindestens der der von den Strukturfonds am meisten begünstigten Gemeinschaftsregionen gleichwertig ist, was sich in der Höhe der Kofinanzierung, der Höhe der Beihilfen, der Förderungswürdigkeit usw. niederschlagen muss, und zwar insbesondere durch eine verstärkte Anwendung der Maßnahmen für Investitionen in die KMU, die innerhalb und außerhalb der Europäischen Union tätig sind; dass diese Forderung nicht nur begründet ist durch die Höhe der Finanzhilfen, die diese Regionen brauchen, sondern auch durch die Notwendigkeit, Zugang zu einer möglichst großen Vielfalt von verfügbaren Instrumenten zu haben; dass der Zugang zu allen Gemeinschaftsinitiativen offen gehalten werden muss; es nicht vertretbar ist, dass die Regionen in äußerster Randlage von dem am besten mit Mitteln ausgestatteten Teil des Programms INTERREG III ausgeschlossen werden und dass sie Verfahren unterworfen werden, die nicht ihrer Situation der Abgelegenheit Rechnung tragen und die für kontinentale Gebiete konzipiert wurden; für die Regionen in äußerster Randlage innerhalb von INTERREG III eine besondere Regelung geschaffen werden und eine Koordinierung mit den Finanzinstrumenten für Drittländer ermöglicht werden muss; der Zugang der Regionen in äußerster Randlage zu den horizontalen Gemeinschaftsprogrammen gefördert werden muss;
18. is van oordeel dat de zeven ultraperifere regio's in aanmerking moeten komen voor een behandeling die op zijn minst gelijkwaardig is aan de behandeling waarvoor de minst bevoorrechte communautaire regio's in aanmerking komen uit hoofde van de structuurfondsen; meent dat dit moet gelden voor de medefinancieringspercentages, de omvang van de steun, selectiecriteria, enz., dat dit niet alleen noodzakelijk is vanwege de omvang van de benodigde steun voor deze regio's, doch tevens vanwege het belang om toegang te kunnen krijgen tot een zo groot mogelijke verscheidenheid aan bestaande instrumenten; dat alle communautaire initiatieven hiervoor dienen te worden opengesteld; meent dat het niet logisch is dat de UPR's utgesloten blijven van het merendeel van de kredieten van INTERREG III en dat deze regio's worden opgezadeld met procedures waarmee volstrekt voorbij wordt gegaan aan hun ultraperifere ligging en die zijn ontworpen voor continentale gebiedsdelen; dat de UPR's een specifieke planning nodig hebben binnen INTERREG III en er een goede coördinatie moet komen met de op derde landen van toepassing zijnde financiële instrumenten en dat de toegang van UPR's tot horizontale communautaire programma's dient te worden verbeterd

Artikel 57 Nr. 2 der durch den königlichen Erlass vom 19. Dezember 1939 koordinierten Gesetze über die Familienzulagen für Arbeitnehmer verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit Arbeitnehmern des öffentlichen Sektors die Familienzulagen in Höhe des in Artikel 56 § 2 genannten Betrags nur unter der Bedingung gewährt werden, dass sie die erforderlichen Bedingungen erfüllt haben, um während der ihrer Versetzung in den Ruhestand unmittelbar vorhergehenden zwölf Monate mindestens sechs Monate Pauschalzulagen zu beziehen.
Artikel 57, 2°, van de bij het koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre, voor de werknemers van de openbare sector, het de kinderbijslag tegen het in artikel 56, § 2, bedoelde verhoogde tarief enkel toestaat op voorwaarde dat zij voldaan hebben aan de vereiste voorwaarden om aanspraak te maken op minstens zes maanden forfaitaire bijslagen, in de loop van de twaalf maanden die onmiddellijk voorafgaan aan hun oppensioenstelling.