S
teht die in Frage 2 beschriebene Befristungsnorm (hier § 14 Abs. 1 S. 2 Nr. 7 TzBfG) dann in Einklang mit der Rahmenvereinbarung, wenn die haushaltsrechtliche Norm, auf die § 14 Abs. 1 S. 2 Nr. 7 TzBfG Bezug nimm
t, eine hinreichend konkrete Zwecksetzung der Befristung enthält, die vor allem mit der betreffenden Tätigkeit
und den Bedingungen ihrer Ausübung zusammenhängt (vgl. EuGH C-212/04 vom 04.07.2006 in Sachen Adeneler, Leitsat
...[+++]z Nr. 2)?
Strookt de in de tweede vraag beschreven bepaling die beperkingen in de tijd toestaat (hier § 14, lid 1, tweede zin, punt 7, TzBfG) met de raamovereenkomst, indien de begrotingsrechtelijke bepaling waaraan § 14, lid 1, tweede zin, punt 7, TzBfG refereert, een voldoende concrete grond voor de beperking in de tijd bevat, die met name verband houdt met de betrokken activiteit en de uitoefeningsvoorwaarden ervan (zie arrest van 4 juli 2006, Adeneler C-212/04, Jurispr. blz. I-6057, punt 2 van het dictum)?