Im Einklang mit dem Ziel der Politikkohärenz im Interesse der Entwicklung gemäß Artikel 208 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union (AEUV) sollte mit dieser Verordnung das ausgewogene Verhältnis zwischen den Bereitstellern und Nutzern genetischer Ressourcen und des traditionellen Wissens über genetische Ressourcen wiederhergestellt werden und gleichzeitig – gemäß den Zielen des Übereinkommens über die biologische Vielfalt – zur Erhaltung der biologischen Vielfalt und nachhaltigen Nutzung ihrer Bestandteile beigetragen werden.
Met deze verordening wordt overeenkomstig de doelstelling van een coherent ontwikkelingsbeleid zoals neergelegd in artikel 208 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (VWEU) gezorgd voor het herstellen van een eerlijk evenwicht tussen leveranciers en gebruikers van genetische rijkdommen en de daarmee verband houdende traditionele kennis, en wordt tegelijkertijd bijgedragen aan het behoud van de biologische diversiteit en het duurzame gebruik van de componenten daarvan overeenkomstig de doelstellingen van het Verdrag inzake biologische diversiteit.