(33) Die Verordnung Nr. 19/65/EWG ermächtigt die Behörden der Mitgliedstaaten, den Vorteil der Freistellung zu entziehen, wenn eine vertikale Vereinbarung Wirkungen zeitigt, die mit Artikel 81 Absatz 3 des Vertrags unvereinbar sind und im Gebiet des betreffenden Staates oder in einem Teil desselben eintreten, sofern dieses Gebiet die Merkmale eines gesonderten räumlichen Marktes aufweist. Die Ausübung dieser einzelstaatlichen Befugnis sollte die einheitliche Anwendung der Wettbewerbsregeln der Gemeinschaft im gesamten Gemeinsamen Markt und die Wirksamkeit der zu ihrem Vollzug ergangenen Maßnahmen nicht beeinträchtigen.
(33) Verordening nr. 19/65/EEG machtigt de nationale autoriteiten van de lidstaten om het voordeel van de vrijstelling in te trekken voor verticale overeenkomsten die met de voorwaarden van artikel 81, lid 3, onverenigbare gevolgen hebben, wanneer deze gevolgen zich op hun grondgebied of op een deel daarvan voordoen en wanneer dit grondgebied de kenmerken van een afzonderlijke geografische markt vertoont. De uitoefening van deze nationale bevoegdheid tot intrekking dient geen afbreuk te doen aan de eenvormige toepassing van de communautaire mededingingsregels in de gehele gemeenschappelijke
markt, noch aan de volle werking van de ter uit
...[+++]voering van deze regels genomen maatregelen.