(2) Macht die zuständige Behörde von ihrem Ermessen gemäß Artikel 9 Absatz 1 der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 Gebrauch, erfolgt die nach den Absätzen 3 und 4 vorzunehmende Berechnung aufgrund der Lage des Instituts, als hätte die Behörde nicht von ihrem Ermessen Gebrauch gemacht.
2. Wanneer een bevoegde autoriteit de keuzemogelijkheid van artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 uitoefent, wordt de overeenkomstig de leden 3 en 4 van dit artikel te verrichten berekening uitgevoerd op basis van de situatie van de instelling zoals die zou zijn indien die keuzemogelijkheid niet was uitgeoefend.