In zoverre het activeringstoezicht voor de Vlaamse kerkfabrieken de verplichting inhoudt om de nodige maatregelen te nemen opdat hun onbebouwde bouwgronden of kavels die niet bean
twoorden aan een of meer van de bijzondere karakteristieken, vermeld in artikel 3.2.1, 1°, van het decreet, kunnen worden geschrapt uit het regi
ster van onbebouwde percelen, en in zoverre bij niet-naleving van die verplichting de hogere overheid elk middel kan aanwenden dat in de organieke regelgeving op het betrokken bestuur is voorgeschreven als sanctie voo
...[+++]r de niet-uitvoering van maatregelen die in rechte zijn voorgeschreven, houdt het activeringstoezicht een maatregel in die een inmenging impliceert in het recht van de erkende erediensten om hun werking autonoom te regelen.