M. in der Erwägung, dass die Europäische Union ihr Eintreten für Gedanken-, Gewissens- und Religionsfreiheit sowie die Rechte von Frauen wiederholt deutlich gemacht und betont hat, dass es überall in der Welt Aufgabe der Regierungen ist, die Wahrung dieser Freiheiten zu gewährleisten; in der Erwägung, dass die Außenpolitik der EU mit ihren Grundprinzipien übereinstimmen muss, insbesondere mit der Einhaltung der Menschenrechte und der Grundfreiheiten;
M. overwegende dat de EU herhaaldelijk heeft verklaard gehecht te zijn aan de vrijheid van gedachte, de vrijheid van geweten en de vrijheid van godsdienst en de rechten van de vrouw, en heeft benadrukt dat regeringen overal ter wereld de plicht hebben deze vrijheden te waarborgen; overwegende dat de externe acties van de EU wettelijk vereist zijn om te voldoen aan haar oprichtingsbeginselen, met name de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden;