(1) Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass ein zugelassener EU-AIFM Anteile der von ihm verwalteten Nicht-EU-AIF und von EU-Feeder-AIF, die nicht die Anforderungen gemäß Artikel 31 Absatz 1 Unterabsatz 2 erfüllen, an professionelle Anleger in der Europäischen Union vertreiben kann, sobald die in diesem Artikel festgelegten Bedingungen eingehalten sind.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat een EU abi-beheerder die over een vergunning beschikt, aan professionele beleggers in de Unie rechten van deelneming of aandelen in niet-EU-abi's die hij beheert en in feeder-EU-abi's die niet aan de in artikel 31, lid 1, tweede alinea, bedoelde vereisten voldoen, mag verhandelen, zodra aan de voorwaarden van dit artikel is voldaan.