Vertaling van "ihm wort erteilt habe " (Duits → Nederlands) :

In Übereinstimmung mit der Geschäftsordnung habe ich den Mitgliedern, die zu einer persönlichen Bemerkung um das Wort baten, das Wort erteilt.
Overeenkomstig het Reglement heb ik de afgevaardigden die het woord vroegen voor een persoonlijk feit, laten spreken.

Ich habe im Übrigen, als ich dem letzten Kollegen das Wort erteilte, gesagt „zum Abschluss kommt der Herr Kollege zu Wort“.
Hoe dan ook, toen ik de laatste afgevaardigde het woord gaf, zei ik daarbij: “Als laatste is het woord aan de heer Mato Adrover”.

Da ich fünf Rednern das Wort erteilen konnte und nur drei gesprochen haben, habe ich auch Herrn Evans das Wort erteilt.
Aangezien ik vijf sprekers het woord mocht geven en er slechts drie daadwerkelijk het woord voerden, heb ik besloten het woord te verlenen aan de heer Evans.

– Herr Cohn-Bendit, ich stelle Ihnen das Mikrofon ab, weil ich Ihnen nicht das Wort erteilt habe.
– Mijnheer Cohn-Bendit, ik ontneem u de microfoon want ik heb u niet het woord verleend.

– Ich muß Herrn Rübig sagen, daß ich ihm das Wort erteilt habe, damit er eine Zusatzfrage stellt.
- Ik wijs de heer Rübig erop dat ik hem het woord heb gegeven voor een aanvullende vraag.

Dieser Unterschied finde nach Auffassung der klagenden Partei sehr wohl seinen Ursprung in Artikel 19 (teilweise) und in Artikel 60 § 1 des Gesetzes vom 22. April 1999. Sie erkenne an, dass man sich für eine verfassungskonforme Auslegung entscheiden müsse, doch ihrer Auffassung nach müsse auch auf die Auslegung geantwortet werden, die der König der Ihm verliehenen Ermächtigung erteilt habe.
Dat onderscheid vindt volgens de verzoekende partij wel degelijk zijn oorsprong in artikel 19 (deels) en in artikel 60, § 1, van de wet van 22 april 1999.

Wenn der König ermächtigt wird, kann nicht unterstellt werden, der Gesetzgeber habe Ihm die Genehmigung erteilt, die Artikel 10 und 11 der Verfassung nicht einzuhalten.
Wanneer aan de Koning een machtiging wordt verleend, kan niet worden verondersteld dat de wetgever Hem zou hebben toegestaan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet in acht te nemen.

Aus den genannten Vorarbeiten werde ersichtlich, dass Artikel 1 § 1 des königlichen Erlasses vom 24. Oktober 1978 dadurch, dass er den Betrag des Gutes, auf den Einregistrierungsgebühren bzw. Erbschaftsteuern bezahlt worden sein, als Kriterium heranziehe, den Begriff « Wert des Gutes zum Zeitpunkt des Erwerbs » voll und ganz entspreche, so wie der Gesetzgeber ihn bei der Verabschiedung von Artikel 37 Absatz 2 berücksichtigt habe; der König sei demzufolge überhaupt nicht über die verordnungsmässige Durchführungskompetenz hinausgegangen, die Ihm durch Artikel 108 der Verfassung erteilt werde.
Uit de genoemde parlementaire voorbereiding blijkt dat artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1978, doordat het het bedrag van het goed waarop registratie- of successierechten zijn betaald als criterium neemt, volkomen in overeenstemming is met het begrip « waarde van het goed op het ogenblik van de verwerving », zoals door de wetgever bedoeld bij de aanneming van artikel 37, tweede lid; de Koning is bijgevolg volledig binnen de perken van de reglementaire uitvoeringsbevoegdheid gebleven die Hem wordt toevertrouwd bij artikel 108 van de Grondwet.