3. achtet das Subsidiaritätsprinzip und verlangt, dass dieses Prinzip von allen europäischen Institutionen und internationalen Organisationen anerkannt wird, einschließlich der Freiheit der Mitgliedstaaten, religiöse Symbole an öffentlichen Orten auszustellen, wenn diese Symbole die Tradition und die Identität ihres Volkes sowie einen der Einheit dienenden Aspekt einer nationalen Gemeinschaft darstellen;
3. eerbiedigt het subsidiariteitsbeginsel en roept alle Europese instellingen en internationale organisaties op dit beginsel te erkennen, met inbegrip van de vrijheid van de lidstaten om de aanwezigheid van religieuze symbolen in openbare gebouwen toe te staan wanneer deze symbolen de tradities en de identiteit van de bevolking weergeven en staan voor een samenbindend aspect van een nationale gemeenschap;