Der Briefwechsel zwischen dem Parlamentspräsidenten und der Ratspräsidentschaft hat durchschlagende politische Bedeutung, jedoch nicht für den Gerichtshof: wenn sie also politisch akzeptiert werden, warum sie dann nicht im Statut verankern, sofern keine mentalen Vorbehalte bei einigen bestehen, die sich hoffentlich nicht zu solchen Winkelzügen hinreißen lassen?
De briefwisseling tussen de Voorzitter van het Parlement en de fungerend voorzitter van de Raad is politiek gezien van groot gewicht, maar niet vanuit de optiek van het Gerechtshof. Dus als de maatregelen op politiek niveau aanvaard zijn, wat weerhoudt ons er dan van om een en ander vast te leggen in het statuut?