Ohne dass es notwendig ist, die Wohlbegründetheit eines der vom Ministerrat und von den intervenierenden Parteien angeführten Gründe, nämlich die Notwendigkeit der Sanierung des Kreditsektors, indem er zur Verantwortung gezogen wird, zu beurteilen, stellt der Hof fest, dass der Gesetzgeber vernünftigerweise davon ausgehen konnte, dass der Fonds zur Bekämpfung der Überschuldung, den er zur ergänzenden Bezahlung der mit der Abwicklung des Verfahrens der kollektiven Schuldenregulierung beauftragten Schuldenvermittler eingesetzt hat, durch einen Beitrag finanziert würde, der ausschliesslich von den professionellen Unterneh
men für Kredite und Hypothekendarlehen gezahlt würde ...[+++].Zonder dat het noodzakelijk is de gegrondheid te beoordelen van één van de redenen aangevoerd door de Ministerraad en de tussenkomende partijen, namelijk de noodzaak om de kredietsector te saneren door hem te responsabiliseren, stelt het Hof vast dat de wetgever redelijkerwijze ervan is kunnen uitgaan dat het Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast dat hij heeft ingevoerd om de schuldbemiddelaars die instaan voor de procedure van collectieve schuldenregeling aanvullend te betalen, uitsluitend gefinancierd zou worden door de professionele krediet- en hypotheekondernemingen.
