(5) Die Mitgliedstaaten können jederzeit beschließen, einem illegal in ihrem Hoheitsgebiet aufhältigen Drittstaatsangehörigen aus familiären, humanitären oder sonstigen Gründen einen eigenen Aufenthaltstitel oder eine sonstige Aufenthaltsberechtigung zu erteilen, wobei sie in ihre Migrationspolitik ein hohes Schutzniveau für die Gesundheit der Drittstaatsangehörigen einbeziehen.
5. De lidstaten kunnen te allen tijde in schrijnende gevallen, om humanitaire of om andere redenen beslissen een onderdaan van een derde land die illegaal op hun grondgebied verblijft een zelfstandige verblijfstitel of een andere vorm van toestemming tot verblijf te geven, door in hun immigratiebeleid een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van onderdanen van derde landen op te nemen..