Traduction de «hofes nr 52 2000 » (Allemand → Néerlandais) :

Bulgarien erhielt im Jahr 2000 aus dem ISPA eine Unterstützung in Höhe von 104 982 901 EUR, davon 52 045 600 EUR für Umweltprojekte und 52 000 000 EUR für Verkehrsprojekte.
Voor Bulgarije zijn in 2000 ISPA-middelen ten bedrage van 104 982 901 EUR vastgelegd, waarvan 52 045 600 EUR voor milieuprojecten en 52 000 000 EUR voor vervoersprojecten.

Nachdem sich der durch die Reform bedingte Umstellungsprozess im Jahr 2000 tatsächlich auf die Zahl der von der GD REGIO durchgeführten örtlichen Stichproben ausgewirkt hatte, ist nun zu erkennen, dass dies eine vorübergehende Erscheinung war. So ist z.B. die Zahl der Vor-Ort-Kontrollen im EFRE-Bereich nach 61 (1999) und 52 (2000) im Jahr 2001 auf 70 angestiegen.
In 2000 had het overgangsproces dat het gevolg was van de hervorming in sommige gevallen een invloed op het aantal controles ter plaatse dat werd uitgevoerd, maar het is thans duidelijk dat het om een tijdelijk verschijnsel ging. Zo is voor het EFRO het aantal controles ter plaatse toegenomen tot 70 in 2001 (tegen 52 in 2000 en 61 in 1999).

Der Kassationshof hat diesbezüglich eine Umkehr der Rechtsprechung herbeigeführt, indem er erklärte, dass die Steuerschuld bezüglich einer Zuschlagsteuer auf die Steuer der natürlichen Personen endgültig entsteht, wenn der Besteuerungszeitraum für diese Steuer abläuft (Kass., 14. März 2008, Pas., 2008, Nr. 184; Kass., 14. März 2008, A.L. Nr. F.07.0068.F; siehe auch Urteil des Hofes Nr. 115/2000 vom 16. November 2000, B.7.1).
Het Hof van Cassatie heeft hieromtrent een ommekeer in zijn rechtspraak gemaakt door te stellen dat de belastingschuld in verband met een aanvullende belasting op de personenbelasting definitief ontstaat wanneer de belastbare periode met betrekking tot die belasting is voltooid (Cass., 14 maart 2008, Pas., 2008, nr. 184; Cass., 14 maart 2008, A.R. nr. F.07.0068.F; zie ook het arrest van het Hof nr. 115/2000 van 16 november 2000, B.7.1).

Der Kassationshof hat diesbezüglich eine Umkehr der Rechtsprechung herbeigeführt, indem er erklärte, dass die Steuerschuld bezüglich einer Zuschlagsteuer auf die Steuer der natürlichen Personen endgültig entsteht, wenn der Besteuerungszeitraum für diese Steuer abläuft (Kass., 14. März 2008, Pas., 2008, Nr. 184; Kass., 14. März 2008, A.L. Nr. F.07.0068.F; siehe auch Urteil des Hofes Nr. 115/2000 vom 16. November 2000, B.7.1).
Het Hof van Cassatie heeft hieromtrent een ommekeer in zijn rechtspraak gemaakt door te stellen dat de belastingschuld in verband met een aanvullende belasting op de personenbelasting definitief ontstaat wanneer de belastbare periode met betrekking tot die belasting is voltooid (Cass., 14 maart 2008, Pas., 2008, nr. 184; Cass., 14 maart 2008, A .R. nr. F.07.0068.F; zie ook het arrest van het Hof nr. 115/2000 van 16 november 2000, B.7.1).

Bezüglich des Betrags des durchschnittlichen Höchstverlustes pro Stunde verweist der Ministerrat auf das Urteil des Hofes Nr. 52/2000.
Met betrekking tot het bedrag van het gemiddeld maximaal verlies per uur brengt de Ministerraad het arrest van het Hof nr. 52/2000 in herinnering.

In Anbetracht des Urteils des Hofes Nr. 23/2000 richtet sich der Ministerrat in bezug auf das Interesse der Klägerin nach dem Ermessen des Hofes.
Rekening houdend met arrest nr. 23/2000 van het Hof, verklaart de Ministerraad zich ten aanzien van het belang van de verzoekende partij te gedragen naar de wijsheid van het Hof.

Bezüglich des Betrags des durchschnittlichen Höchstverlustes pro Stunde verweist der Ministerrat auf das Urteil des Hofes Nr. 52/2000.
Met betrekking tot het bedrag van het gemiddeld maximaal verlies per uur verwijst de Ministerraad naar het arrest van het Hof nr. 52/2000.

Die Artikel 52 bis 57 der Verordnung (EG) Nr. 1623/2000 erhalten folgende Fassung: "Artikel 52
De artikelen 52 tot en met 57 van Verordening (EG) nr. 1623/2000 worden vervangen door: "Artikel 52

[52] Artikel 5 der Richtlinie 2000/43/EG und Artikel 7 der Richtlinie 2000/78/EG.
[52] Artikel 5 van Richtlijn 2000/43//EG en artikel 7 van Richtlijn 2000/78/EG.

- die durchschnittliche Sendezeit liegt je nach Mitgliedstaat 1999 zwischen 52,94 % und 71,46 % [15] bzw. 2000 zwischen 55,33 % und 71,18 % [16]; Ausnahmen bilden Portugal [17] (48,7 % im Jahr 1999 und 49,5 % im Jahr 2000) und Luxemburg (1999 und 2000: 100 %).
de gemiddelde zendtijd loopt per onderzochte lidstaat uiteen van 52,94 % tot 71,46 % [15] in 1999 en van 55,33 % tot 71,18 % in 2000 [16], met uitzondering van Portugal [17] (48,7% in 1999 en 49,5% in 2000) en van Luxemburg (100 % in 1999 en 2000).