Der Hof muss zunächst prüfen, ob die angefochtene Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 19 und 21, Artikel 9 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 18 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte vereinbar ist.
Het Hof dient allereerst na te gaan of de bestreden bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 19 en 21 van de Grondwet, met artikel 9 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.