Wie in B.4.2 dargelegt wurde, muss sich der Hof ebenfalls in einigen der verbundenen Rechtssachen zur Vereinbarkeit des angefochtenen Dekrets mit den Artikeln 10, 11 und 23 der Verfassung, insbesondere in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 9 des Ubereinkommens von Aarhus und mit Artikel 9 Absatz 1 der Richtlinie 85/337/EWG, äussern.
Zoals is uiteengezet in B.4.2, dient het Hof eveneens uitspraak te doen, in sommige van de samengevoegde zaken, over de bestaanbaarheid van het bestreden decreet met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, inzonderheid in samenhang gelezen met artikel 6, lid 9, van het Verdrag van Aarhus en met artikel 9, lid 1, van de richtlijn 85/337/EEG.