Der Hof bemerkt jedoch, dass das in Artikel 215 Absatz 3 Nr. 4 des EStGB 1992 enthaltene Wort « Entlohnung » sich auf die Beträge bezieht, die eine Gesellschaft einem Verwaltungsratsmitglied oder aktiven Teilhaber zahlt, so dass dieses Wort « Entlohnung » so ausgelegt werden kann, dass es den auf die Entlohnungen von Verwaltungsratsmitgliedern und von aktiven Teilhabern anwendbaren Attraktionsgrundsatz berücksichtigt.
Het Hof merkt echter op dat het woord « bezoldiging » dat voorkomt in artikel 215, derde lid, 4°, van het WIB 1992, betrekking heeft op bedragen die door een vennootschap worden gestort aan een bestuurder of werkend vennoot, zodat dit woord « bezoldiging » kan worden geïnterpreteerd rekening houdend met het attractiebeginsel dat van toepassing is op de bezoldigingen van bestuurder en van werkend vennoot.