1.2. „Normale Fahrstellung“ ist die Stellung des Fahrzeugs auf dem Boden in fahrbereitem Zustand (gemäß Nummer 2.6 des Anhangs 1 der Richtlinie 70/156/EWG), wobei die Reifen den empfohlenen Luftdruck haben, die Vorderräder in Geradeausstellung stehen und auf dem vorderen Beifahrersitz eine Masse von 75 kg aufliegt.
1.2". normale rijpositie": de positie van het voertuig op de grond in rijklare toestand (volgens de definitie in punt 2.6 van bijlage I bij Richtlijn 70/156/EEG), met de banden op de aanbevolen spanning, de voorwielen in de rechtuitstand en een massa van 75 kg op de passagiersstoel voor.