14. stellt fest, dass der Rechnungshof darauf hingewiesen hat, dass die Kommission die Stichhaltigkeit der Annahmen für die Schätzung der Rückstellung für entstandene Kosten nicht nachgewiesen hat und dass aufgrund dieser Annahmen die antizipativen Passiva zu niedrig und der Betrag der Garantien in den Erläuterungen zu den Jahresabschlüssen zu hoch ausgewiesen sein könnten (Abschnitt VII der Zuverlässigkeitserklärung);
14. merkt op dat de Rekenkamer wijst op het feit dat de geldigheid van de veronderstellingen die zijn gehanteerd om de voorziening voor gemaakte kosten te ramen, niet door de Commissie is aangetoond en dat dit kan leiden tot een te lage weergave van de toegerekende uitgaven, alsmede tot een te hoge weergave van bedragen van de zekerheidsstellingen die worden vermeld in de toelichtingen bij de financiële staten (paragraaf VII van de betrouwbaarheidsverklaring);