Diese Regionen erwirtschaften 45 % der Bruttowertschöpfung (BWS) in der EU und stellen 53 % der Arbeitsplätze, hinken jedoch in der Regel im Vergleich zu nicht ländlichen Gebieten in Bezug auf mehrere sozioökonomische Indikatoren, einschließlich der Strukturindikatoren, hinterher.
Deze gebieden zorgen enerzijds voor 45 % van de in de EU-25 gegenereerde bruto toegevoegde waarde en voor 53 % van de werkgelegenheid, maar moeten anderzijds vaak terrein prijsgeven aan de niet-plattelandsgebieden wanneer ze aan een aantal sociaaleconomische indicatoren — waaronder structurele indicatoren — worden getoetst.