16. glaubt, dass die Entwicklung kinder- und familienfreundlicher Ortschaften und Städten und ihre Ausrichtung auf die Bedürfnisse von Menschen mit Behinderungen und Personen mit eingeschränkter Mobilität notwendig ist, wenn Abwanderung verhindert werden soll; ist der Auffassung, dass bei dieser Planung ein Aspekt darin besteht, dass die Entfernungen zwischen Arbeit, Wohnen und Erholung nicht zu groß sein sollten, soweit dies möglich ist; fordert die Reg
ionen auf, dafür zu sorgen, dass bei der Stadtplanung auf eine Nutzungsmischung von Wohnen, Gewerbe und Grünanlagen und eine ausgewogene und harmonische Entwicklung von Wohngebieten, Ge
...[+++]werbegebieten und Grünanlagen geachtet wird und dass die Anbindung an Vorortgebiete, in denen neue Wohnviertel entstehen sollen, verbessert wird; fordert darüber hinaus nachdrücklich die weitere Entwicklung von Möglichkeiten der Telearbeit; 16. is van mening dat, ter voorkoming van leegloop, de ontwikkeling van kind- en
gezinsvriendelijke steden die toegankelijk zijn voor personen met een beperking en verminderde mobiliteit, noodzakelijk is; ziet als één van de kenmerken van deze opzet dat werk, woning en recreatiegebieden waar mogelijk niet te ver uit elkaar liggen; verzoekt de regio's bij
de stadsplanning te zorgen voor een evenwichtig en harmonieus ontwikkelde mix van wonen, werken en groenvoorziening en voor verbetering van de verbindingen met voorstedelijke gebied
...[+++]en die bestemd zijn voor nieuwe woonwijken; moedigt aan om ook de mogelijkheden van telewerken verder te ontwikkelen;