Hierzu berechnet jeder Mitgliedstaat, ausgehend von einem mittleren Index von 100 für die repräsentativen Sorten, für jeden der unter den Buchstaben a) bis d) genannten Qualitätsparameter den Prozentsatz, der den anderen Hartweizensorten gegenüber dem Index von 100 zuzuweisen ist.
Uitgaande van de aan 100 gelijkgestelde gemiddelde kwaliteitsindex voor de representatieve rassen, berekent elke lidstaat daartoe voor elk van de in de eerste alinea, onder a) tot en met d), genoemde kwaliteitsparameters het percentage dat in vergelijking met de index 100 moet worden toegekend aan de andere durumtarwerassen.