Ausserdem habe sich der Gesetzgeber selbst durch das Gesetz vom 9. August 1988 von der herkömmlichen Rechtsprechung des Staatsrates abgewandt, indem er ausdrücklich Regeln im Zusammenhang mit dem Sprachengebrauch politischer Mandatsträger festgelegt habe, so dass hieraus abzuleiten sei, dass solche Bedingungen sich nicht unmittelbar aus Artikel 4 der Verfassung ergäben.
Bovendien is de wetgever zelf met de wet van 9 augustus 1988 teruggekomen van de traditionele rechtspraak van de Raad van State door uitdrukkelijk regels vast te leggen in verband met het taalgebruik van politieke mandatarissen, zodat hieruit moet worden afgeleid dat dergelijke voorwaarden niet rechtstreeks voortvloeien uit artikel 4 van de Grondwet.