Traduction de «herzegowina frau » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Lage der Frauen [ Situation der Frau | Stellung der Frau ]
positie van de vrouw [ situatie van de vrouw ]

Ermächtigung der Frau | Machtgleichstellung der Frau | Stärkung der Position der Frau in der Gesellschaft | Teilhabe von Frauen
eigenmachtig maken | emancipatie van de vrouw | empowerment van vrouwen | het verschaffen van zelfbeschikking aan vrouwen | ontvoogding van vrouwen

Integriertes Programm für die Rückkehr nach Bosnien und Herzegowina | Integriertes Rückkehrprogramm für Bosnien und Herzegowina | Obnova 2000 [Abbr.]
Geïntegreerd Programma voor de terugkeer naar Bosnië en Herzegovina | Obnova 2000 [Abbr.]

Beratende Task Force EU-Bosnien und Herzegowina | Konsultative Task Force EU-Bosnien und Herzegowina | CTF [Abbr.]
Adviserende Task Force EU-Bosnië en Herzegovina

Bosnien und Herzegowina [ Bosnien-Herzegowina ]
Bosnië-Herzegovina [ Bosnië en Herzegovina | Republiek Bosnië en Herzegovina | Republiek Bosnië-Herzegovina ]

Rechte der Frau [ Frauenrechte ]
rechten van de vrouw

Bosnien-Herzegowina
Bosnië-Herzegovina

Ministerieller Ausschuss für den Status der Frau
Ministerieel Comité voor de status van de vrouw

Übereinkommen über die politischen Rechte der Frau
Verdrag betreffende de politieke rechten van de vrouw

Hirsutismus | vermehrte Behaarung bei der Frau
hirsutisme | overmatige beharing

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

In diesem Zusammenhang unterstützt die Kommission den Wortlaut der gemeinsamen politischen Erklärung, in der diese eindeutige Verpflichtung der Union bestätigt wird, so schnell wie möglich die zweite Phase des Visumsliberalisierungsverfahrens für die Bürgerinnen und Bürger von Albanien sowie Bosnien und Herzegowina, Frau Fajon, umzusetzen.
De Commissie staat dan ook achter de tekst van de gemeenschappelijke politieke verklaring, waaruit duidelijk naar voren komt dat de Unie het vaste voornemen heeft de tweede fase van dit visumliberaliseringsproces voor Albanese en Bosnische burgers zo snel af te ronden, mevrouw Fajon.

26. erkennt an, dass Rechtsvorschriften zur Gewährleistung der Rechte der Frau und der Gleichstellung der Geschlechter in Kraft sind, ist jedoch besorgt darüber, dass nur geringe Fortschritte in diesem Bereich erzielt worden sind; fordert die Regierung von Bosnien und Herzegowina eindringlich auf, sich um eine stärkere Teilhabe von Frauen an der Politik und am Arbeitsmarkt zu bemühen; empfiehlt der Regierung ferner, die Unterstützung von Maßnahmen und Initiativen zu verstärken, die der Bekämpfung diskriminierender Bräuche, Traditionen und Stereotype dienen, die die grundlegenden Rechte der Frauen untergraben;
26. erkent dat er wettelijke voorschriften ter waarborging van de rechten van vrouwen en gendergelijkheid bestaan, maar is bezorgd over het feit dat op dit terrein slechts beperkte vooruitgang is geboekt; dringt er bij de regering van Bosnië en Herzegovina op aan te streven naar een grotere participatie van vrouwen aan de politiek en de arbeidsmarkt; spoort de regering bovendien aan om de steun te verhogen voor activiteiten en initiatieven ter bestrijding van discriminerende gewoontes, tradities en stereotypen die de grondrechten van vrouwen ondermijnen;

31. begrüßt die Tatsache, dass Bosnien und Herzegowina zahlreiche internationale Übereinkommen unterzeichnet und Gesetze verabschiedet hat, mit denen die Rechte der Frau gewährleistet und gefördert werden sollen; fordert die Regierung von Bosnien und Herzegowina jedoch mit Nachdruck auf, ihre Anstrengungen im Hinblick auf eine konkrete Umsetzung der in diesen nationalen und internationalen Instrumenten verankerten Grundsätze fortzuführen;
31. verheugt zich over het feit dat BiH vele internationale verdragen heeft ondertekend en verschillende wetten heeft ingevoerd die gericht zijn op het garanderen en bevorderen van de rechten van de vrouw; dringt er echter bij de regering van BiH op aan om haar inspanningen voort te zetten om de beginselen van deze internationale en nationale instrumenten in de praktijk uit te voeren.

Die Europäische Union begrüßt, dass sich die vor dem Internationalen Gerichtshof für die Untersuchung von Kriegsverbrechen im ehemaligen Jugoslawien (ICTY) angeklagte ehemalige Präsidentin der Republika Srpska in Bosnien und Herzegowina, Frau Biljana Plavšic, entschlossen hat, freiwillig in Den Haag zu erscheinen, um mit dem Gericht zusammenzuarbeiten.
De Europese Unie toont zich verheugd over het besluit van mevrouw Biljana Plavsic, voormalig president van Republika Srpska in Bosnië en Herzegovina, die door het Internationaal Oorlogstribunaal voor het voormalige Joegoslavië is aangeklaagd, zich vrijwillig in Den Haag te vervoegen om met het Tribunaal samen te werken.

Die Europäische Union, die von der schwedischen Ministerin für internationale Entwicklungszusammenarbeit, Asyl und Einwanderungspolitik, Frau Maj-Inger Klingvall, mit Unterstützung des belgischen Innenministers, Herrn Antoine Duquesne, und des Mitglieds der Europäischen Kommission Herrn Antonio Vitorino vertreten wurde, sowie die Länder des Stabilisierungs- und Assoziierungsprozesses, die von dem Stellvertretenden Minister für Öffentliche Ordnung Albaniens, Herrn Bujar Himci, dem Minister für Zivilangelegenheiten und Kommunikation von Bosnien und Herzegowina, Herrn Svetozar Mihajlovic, dem Stellvertretenden Minister des Inneren Kroatiens, Herrn Josip Vresk, der Beigeordneten Ministerin für Auswärtige Angelegenheiten der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien, Frau Marija Efremova, und dem Minister des Inneren der Bundesrepublik Jugoslawien, Herrn Zoran Zivkovic, vertreten wurden, sind am 28. März 2001 in Sarajevo zusammengetroffen.
De Europese Unie, vertegenwoordigd door mevrouw Maj-Inger Klingvall, minister bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, belast met Internationale Ontwikkelingssamenwerking, Migratie en Immigratie van Zweden, bijgestaan door de heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken van België en de heer António Vitorino, lid van de Europese Commissie, alsmede de landen van het stabilisatie- en associatieproces, vertegenwoordigd door de heer Bujar Himci, onderminister van Openbare Orde van Albanië, de heer Svetozar Mihajlovic, minister van Civiele Aangelegenheden en Verkeer van Bosnië en Herzegovina, de heer Josip Vresk, onderminister van Binnenlandse Zaken van Kroatië, mevrouw Marija Efremova, onderminister van Buitenlandse Zaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de heer Zoran Zivkovic, minister van Binnenlandse Zaken van de Federale Republiek Joegoslavië, zijn op 28 maart 2001 in Sarajevo bijeengekomen.