" § 6 bis. Für die Anlagen, die keine Photovoltaikanlagen mit einer Nettoleistung unter oder gleich 10 kW sind und die nach dem Datum des Inkrafttretens des Dekrets vom 27. März 2014 zur Abänderung des Dekrets vom 12. April 2001 bezüglich der Organisation des regionalen Elektrizitätsmarkts, was die Förderung der erneuerbaren Energieträger und der hochwertigen Kraft/Wärmekopplung betrifft, eingerichtet werden, kann die Regierung nach Begutachtung durch die CwaPE für die von ihr bestimmten Anlagen die Anzahl der auf der Grundlage der Paragraphen 1 und 2 erteilten grünen Bescheinigungen je nach dem Alter der Anlage zur Erzeugung von Grünstrom, ihrer R
entabilität und dem Herstellungsweg nach oben ...[+++] oder nach unten anpassen.« § 6 bis. Voor de andere installaties dan fotovoltaïsche installaties met een nettovermogen van 10 kW of minder die dateren van na de datum van inwerkingtreding van het decreet van 27 maart 2014 tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt wat betreft de bevordering van hernieuwbare energiebronnen en kwaliteitswarmtekrachtkoppeling kan de Regering, na advies van de « CWaPE », voor de installaties die zij bepaalt het aantal groene certificaten toegekend op basis van de paragraf
en 1 en 2 aanpassen naar gelang van de leeftijd van de installatie voor de productie van elek
...[+++]triciteit, de rendabiliteit ervan en de productiefilière.