18. fordert die Mitgliedstaaten dazu auf, nationale Notfallpläne für Störungen auszuarbeiten und die Schlüsselelemente wie zum Beispiel einschlägige Anlaufstellen, Bestimmungen zu Hilfestellung, Eindämmung und Reparatur im Fall von Cyber-Störungen oder Angriffen mit grenzüberschreitender Relevanz einzubeziehen; merkt an, dass die Mitgliedstaaten darüber hinaus angemessene Koordinierungsmechanismen und -strukturen auf nationaler Ebene einrichten sollten, die dabei helfen würden, eine bessere Koordinierung der zuständigen nationalen Behörden sicherzustellen und ihre Handlungen kohärenter zu gestalten;
18. verzoekt de lidstaten om nationale noodplannen inzake cyberveiligheid op te stellen en belangrijke elementen op te nemen zoals relevante contactpunten en bijstandsvoorzieningen, beheersing en herstel bij cyberverstoringen of -aanvallen van regionaal, nationaal of grensoverschrijdend belang; merkt op dat de lidstaten ook op nationaal vlak gepaste coördinatiemechanismen en -structuren moeten vastleggen die moeten zorgen voor een betere coördinatie tussen bevoegde nationale autoriteiten en voor een grotere samenhang van hun acties;