Traduction de «heberolle ebenfalls » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Abbeizen | Beizen | Beizerei | Brennen ( speziell fuer Kupferwerkstoffe ) | Entzunderung | Gelbbrennen ( fuer Messing ) Blankbeizen | Glanzbrennen ( ebenfalls fuer Kupferwerkstoffe ) | Pickling | Rostentfernung
afbeitsen | afbijten | beitsen | het beitsen

Eintragung von Amts wegen in die Heberolle
ambtshalve inkohiering

Heberolle
kohier

Eintragung in die Heberolle
inkohiering

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Mit dem Vorrecht werden ebenfalls alle beweglichen Güter der Personen belastet, die aufgrund des allgemeinen Rechts, der Bestimmungen des vorliegenden Dekrets oder der Rechtsvorschriften, die die in die Heberolle eingetragenen Abgaben zu Lasten des Abgabepflichtigen festlegen, zur Entrichtung der auf den Namen des Abgabepflichtigen in die Heberolle eingetragenen Abgaben, Geldbußen und Zuschläge verpflichtet sind.
Het voorrecht bezwaart eveneens alle roerende goederen van de personen die de ingekohierde belastingen, boetes en verhogingen namens de belastingplichtige moeten betalen krachtens het gemeen recht, de bepalingen van dit decreet of de wetgeving die de ingekohierde belastingen ten laste van de belastingplichtige vastlegt.

Mit der gesetzlichen Hypothek werden ebenfalls die Güter belastet, die mit einer Hypothek belastbar, in Belgien gelegen und den Personen gehören, die aufgrund des allgemeinen Rechts, der Bestimmungen des vorliegenden Dekrets oder der Rechtsvorschriften, die die Abgabe, Geldbuße oder den Zuschlag festlegen, zur Entrichtung der auf den Namen des Abgabepflichtigen in die Heberolle eingetragenen Abgaben, Geldbußen und Zuschläge verpflichtet sind".
De wettelijke hypotheek bezwaart eveneens de in België gelegen goederen die vatbaar zijn voor hypotheek en die toebehoren aan personen die de ingekohierde belastingen, boetes en verhogingen namens de belastingplichtige moeten betalen krachtens het gemeen recht, de bepalingen van dit decreet of de wetgeving die de ingekohierde belastingen ten laste van de belastingplichtige vastlegt".

Wenn die Erklärung sehr spät einging oder wenn sich auf diesem Gebiet eine gewisse Laschheit breitmacht, erfolgt die Eintragung in die Heberolle ebenfalls spät und sind Rückforderungen immer schwieriger durchzuführen » (Parl. Dok., Senat, 2004-2005, Nr. 3-1254/4, S. 19).
Wanneer de aangifte zeer laattijdig plaatsheeft en er ook een zekere laksheid optreedt, verloopt de inkohiering ook trager en blijkt het ook steeds moeilijker bedragen terug te vorderen » (Parl. St., Senaat, 2004-2005, nr. 3-1254/4, p. 19).

« Diese auslegende Gesetzesbestimmung ist gerechtfertigt, insofern die ausgelegte Bestimmung von Anfang an vernünftigerweise nicht anders zu verstehen war als auf die in der Auslegungsbestimmung angegebene Weise. Die Verjährung der Veranlagungen, die in jenen Fällen in der Heberolle eingetragen waren, auf die sich die obenerwähnten Urteile des Kassationshofes bezogen, wurde immer durch die Zustellung eines Zahlungsbefehls unterbrochen, und dessen Gültigkeit wurde immer bis zum Datum dieser Urteile anerkannt (siehe ebenfalls die Schlussanträge der Staatsanwaltschaft im Urteil des Kassationshofes vom 21. Februar 2003) » (Parl. Dok., Kammer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, S. 2).
« Deze interpretatieve wettelijke bepaling [is] gerechtvaardigd in zoverre de geïnterpreteerde bepaling vanaf haar oorsprong redelijkerwijze niet anders kon worden begrepen dan is aangegeven in de interpretatieve bepaling. De verjaring van de ingekohierde aanslagen in de door de voormelde arresten van het Hof van Cassatie beoogde gevallen, werd steeds gestuit door de betekening van een dwangbevel en de rechtsgeldigheid ervan werd tot op het ogenblik van die arresten steeds erkend (zie ook de conclusie van het Openbaar Ministerie bij het arrest van 21.02.2003 van het Hof van Cassatie) » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2).

« Liegt im Lichte der steuerrechtlichen Behandlung getrennt lebender Eheleute gemäss Artikel 128 Absatz 1 Nr. 2 und Absatz 2 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 und Artikel 394 § 1 dieses Gesetzbuches, der bestimmt, dass jeder Teil der Steuer in bezug auf die jeweiligen Einkünfte der Eheleute zu Lasten sämtlicher eigenen und gemeinsamen Güter der beiden Eheleute eingetrieben werden kann, eine Verletzung des in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatzes durch die Bestimmung in fine dieses Artikels vor, die durch Artikel 3 des Gesetzes vom 4. Mai 1999 (Belgisches Staatsblatt vom 4. Juni 1999, erste Ausgabe) eingefügt wurde und besagt: ' Diese zwei getrennten Veranlagungen werden jedoch in dem unter Absatz 1 Nr. 2 genannten Fall auf den Namen der beiden Eheleute in die Heberolle eingetragen ', wodurch ein vollstreckbarer Titel angesichts des getrennt lebenden Ehegatten entsteht, der sowohl mit der betreffenden Steuerschuld als auch mit den ihr zugrunde liegenden Einkünften überhaupt nichts zu tun hat, während ein solcher Titel nicht entsteht angesichts eines Alleinstehenden oder eines unverheiratet Zusammenwohnenden, der mit der Steuerschuld und den Einkünften einer anderen Person ebenfalls nichts zu tun hat?
« Dient in het licht van de fiscale behandeling van feitelijk gescheiden echtgenoten zoals bepaald in artikel 128, eerste lid, 2° en tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 394, § 1, van dat Wetboek, waarin wordt voorgeschreven dat elk gedeelte van belasting in verband met de onderscheiden inkomsten van de echtgenoten mag worden verhaald op al de eigen en de gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten als een schending van het gelijkheidsbeginsel uit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet beschouwd te worden : het bepaalde in fine van dat artikel, alwaar bij invoeging van artikel 3 van de wet van 4 mei 1999, (Belgisch Staatsblad , 4 juni 1999, eerste uitgave) wordt gesteld : 'Deze twee afzonderlijke aanslagen worden evenwel, in het geval beoogd in het eerste lid, 2°, ingekohierd op naam van beide echtgenoten ', waardoor een uitvoerbare titel wordt gecreëerd opzichtens de feitelijk gescheiden echtgenoot die totaal geen uitstaans heeft met de onderliggende schuld noch met de inkomsten die hieraan ten grondslag liggen terwijl dergelijke titel niet wordt gecreëerd opzichtens een alleenstaande of een ongehuwd samenwonende, die evenmin uitstaans heeft met de onderliggende schuld of de inkomsten van een ander ?