Die fundamentale Haushaltsposition bietet jedoch eine Sicherheitsmarge, so dass der Schwellenwert von 3 % des BIP für das Defizit ab 2001 trotz der in den makroökonomischen Projektionen enthaltenen Risiken nicht mehr überschritten würde.
De onderliggende begrotingssituatie verschaft echter een veiligheidsmarge om vanaf 2001 te voorkomen dat de drempel van 3% van het BBP wordt overschreden, ondanks het feit dat de macro-economische prognoses minder gunstige ontwikkelingen te zien geven.