Traduction de «haushaltspläne zeitraum » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Aufstellung des Haushaltsplans
opstellen van de begroting

Annahme des Haushaltsplans [ Feststellung des Haushaltsplans | Verabschiedung des Haushaltsplans ]
goedkeuring van de begroting [ stemming van de begroting ]

Entwurf des Haushaltsplans
ontwerp-begroting

Haushaltsplanvorentwurf | Vorentwurf des Haushaltsplans | Vorentwurf für den Haushaltsplan | HVE [Abbr.]
voorontwerp van begroting | VOB [Abbr.]

in den Haushaltsplan aufnehmen | in den Haushaltsplan einbeziehen
opnemen in de begroting

Einbeziehung in den Haushaltsplan | Einsetzung in den Haushaltsplan | haushaltsmässige Erfassung
opneming in de begroting

Haushaltsplan
begroting

ordentlicher Dienst des Haushaltsplans
gewone dienst van de begroting

außerordentlicher Dienst des Haushaltsplans
buitengewone dienst van de begroting

Menarche | Zeitraum | in dem die erste Monatsblutung stattfindet
menarche | eerste maandstonden

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

In Anbetracht dieser Entwicklungen und da die Haushaltspläne für die Jahre nach 2005 zum Großteil in dem von den Grundzügen der Wirtschaftspolitik abgedeckten Zeitraum aufgestellt werden (unter anderem im Rahmen der mehrjährigen Stabilitätsprogramme), werden die Empfehlungen 1, 2 und 3 durch folgende Empfehlungen ersetzt:
In het licht van deze ontwikkelingen en gezien het feit dat de begrotingsplannen voor de jaren na 2005 voor een groot deel vorm krijgen tijdens de periode die door de GREB's wordt bestreken (onder meer in de meerjarige stabiliteitsprogramma's), worden de aanbevelingen 1, 2 en 3 vervangen door:

In Anbetracht dieser Entwicklungen und da die Haushaltspläne für die Jahre nach 2005 zum Großteil in dem von den Grundzügen der Wirtschaftspolitik abgedeckten Zeitraum aufgestellt werden (unter anderem im Rahmen der mehrjährigen Stabilitätsprogramme), werden die Empfehlungen 6 und 7 durch folgende Empfehlungen ersetzt:
In het licht van deze ontwikkelingen en gezien het feit dat de begrotingsplannen voor de jaren na 2005 voor een groot deel vorm krijgen tijdens de periode die door de GREB's wordt bestreken (onder meer in de meerjarige stabiliteitsprogramma's), worden de aanbevelingen 6 en 7 vervangen door:

In Ermangelung zuverlässiger Informationen, insbesondere in Bezug auf die Vorausschätzungen der Mitgliedstaaten, und einer ausreichenden Kenntnis der Auswirkung der neuen Situation waren die ersten Haushaltspläne dieses Zeitraums zu stark an der Obergrenze der Finanzvorausschau ausgerichtet.
Door het ontbreken van betrouwbare gegevens, met name wat de van de lidstaten afkomstige ramingen betreft, en door onvoldoende onderkenning van het effect van de nieuwe regeling, zijn de eerste begrotingen voor de periode te veel in lijn met het plafond van de financiële vooruitzichten opgesteld.

Daher sollten im Zeitraum zwischen 2017 und 2020 weitere 1,2 Mrd. EUR in die Initiative fließen. Davon werden 233 Mio. EUR in den Entwurf des Haushaltsplans 2018 eingestellt und weitere 500 Mio. EUR über einen Berichtigungshaushaltsplan zum Haushaltsplan 2017, der ebenfalls heute vorgelegt wird, angefordert werden.
Daarom moet voor dit initiatief 1,2 miljard EUR extra worden uitgetrokken voor de periode 2017-2020, waarvan 233 miljoen EUR is opgenomen in de ontwerpbegroting 2018 en 500 miljoen EUR in een gewijzigde begroting voor 2017, die eveneens vandaag wordt voorgesteld.

Dem Zulassungsantrag werden ein Dokument allgemeiner Orientierung über die Aktivitäten über einen Zeitraum von fünf Jahren sowie ein ausführlicher Haushaltsplan und Zeitplan der für das erste Jahr vorgesehenen Aktivitäten beigefügt.
De erkenningsaanvraag wordt samen ingediend met een algemeen beleidsdocument dat de activiteiten uitzet voor een periode van vijf jaar, evenals een gedetailleerde begroting en gedetailleerd programma voor de activiteiten van het eerste jaar.

13. betont die Bedeutung dezentraler Agenturen, die für die Umsetzung der Strategien und Programme der EU unerlässlich sind; stellt fest, dass mit ihnen Skaleneffekte erzielt werden können, indem die Ausgaben gebündelt werden, die andernfalls – mit demselben Ergebnis – jeder Mitgliedstaat einzeln vornehmen würde; betont, dass alle Agenturen fallweise im Hinblick auf ihren Haushalt und ihre personellen Kapazitäten bewertet werden und im Haushaltsplan 2015 und den Folgejahren mit entsprechenden finanziellen und personellen Ressourcen ausgestattet werden müssen, damit sie die ihnen von der Rechtsetzungsinstanz übertragenen Aufgaben ordnungsgemäß erfüllen können; betont daher, dass die Mitteilung der Kommission mit dem Titel „Finanz- und Personalplanung für die dezentralen Agenturen im Zeitraum 2014–2020“ (COM(2013)0519) im Hinblick auf die Agenturen nicht die Grundlage für den Entwurf des Haushaltsplans bilden darf; hebt zudem die wichtige Rolle der neuen Interinstitutionellen Arbeitsgruppe für dezentrale Agenturen hervor, die die Entwicklung der Agenturen eingehender und kontinuierlicher kontrollieren sollte, um einen in sich schlüssigen Ansatz sicherzustellen; erwartet, dass diese Arbeitsgruppe rechtzeitig für die Lesung des Haushaltsplans durch das Parlament die ersten Ergebnisse liefert;
13. wijst op de belangrijke rol van gedecentraliseerde agentschappen, die van essentieel belang zijn voor de uitvoering van EU-beleid en -programma's; merkt op dat zij schaalvoordelen kunnen realiseren door de uitgaven te spreiden die anders door elke lidstaat zouden zijn gedaan, waarbij hetzelfde resultaat zou zijn bereikt; onderstreept dat de begroting en de personele middelen van alle agentschappen per geval moeten worden beoordeeld en dat zij zowel in de begroting 2015 als in de komende jaren van voldoende financiële en personele middelen moeten worden voorzien, zodat zij de door de wetgevende autoriteit toegewezen taken naar behoren kunnen vervullen; benadrukt daarom dat de mededeling van de Commissie "Programmering 2014-2020 van de personeels- en financiële middelen voor de gedecentraliseerde agentschappen" (COM(2013)519) niet de basis mag vormen voor de ontwerpbegroting voor agentschappen; benadrukt voorts de belangrijke rol van de nieuwe interinstitutionele werkgroep voor gedecentraliseerde agentschappen, die nauwlettender en permanenter toezicht moet houden op de ontwikkeling van agentschappen om een coherente benadering te waarborgen; verwacht dat deze werkgroep zijn eerste bevindingen tijdig zal indienen, voordat het Parlement aan de lezing van de begroting begint;

12. betont die Bedeutung dezentraler Agenturen, die für die Umsetzung der Strategien und Programme der EU unerlässlich sind; stellt fest, dass mit ihnen Skaleneffekte erzielt werden können, indem die Ausgaben gebündelt werden, die andernfalls – mit demselben Ergebnis – jeder Mitgliedstaat einzeln vornehmen würde; betont, dass alle Agenturen fallweise im Hinblick auf ihren Haushalt und ihre personellen Kapazitäten bewertet werden und im Haushaltsplan 2015 und den Folgejahren mit entsprechenden finanziellen und personellen Ressourcen ausgestattet werden müssen, damit sie die ihnen von der Rechtsetzungsinstanz übertragenen Aufgaben ordnungsgemäß erfüllen können; betont daher, dass die Mitteilung der Kommission mit dem Titel „Finanz- und Personalplanung für die dezentralen Agenturen im Zeitraum 2014–2020“ (COM(2013)0519) im Hinblick auf die Agenturen nicht die Grundlage für den Entwurf des Haushaltsplans bilden darf; hebt zudem die wichtige Rolle der neuen Interinstitutionellen Arbeitsgruppe für dezentrale Agenturen hervor, die die Entwicklung der Agenturen eingehender und kontinuierlicher kontrollieren sollte, um einen in sich schlüssigen Ansatz sicherzustellen; erwartet, dass diese Arbeitsgruppe rechtzeitig für die Lesung des Haushaltsplans durch das Parlament die ersten Ergebnisse liefert;
12. wijst op de belangrijke rol van gedecentraliseerde agentschappen, die van essentieel belang zijn voor de uitvoering van EU-beleid en -programma's; merkt op dat zij schaalvoordelen kunnen realiseren door de uitgaven te spreiden die anders door elke lidstaat zouden zijn gedaan, waarbij hetzelfde resultaat zou zijn bereikt; onderstreept dat de begroting en de personele middelen van alle agentschappen per geval moeten worden beoordeeld en dat zij zowel in de begroting 2015 als in de komende jaren van voldoende financiële en personele middelen moeten worden voorzien, zodat zij de door de wetgevende autoriteit toegewezen taken naar behoren kunnen vervullen; benadrukt daarom dat de mededeling van de Commissie „Programmering 2014-2020 van de personeels- en financiële middelen voor de gedecentraliseerde agentschappen” (COM(2013)519) niet de basis mag vormen voor de ontwerpbegroting voor agentschappen; benadrukt voorts de belangrijke rol van de nieuwe interinstitutionele werkgroep voor gedecentraliseerde agentschappen, die nauwlettender en permanenter toezicht moet houden op de ontwikkeling van agentschappen om een coherente benadering te waarborgen; verwacht dat deze werkgroep zijn eerste bevindingen tijdig zal indienen, voordat het Parlement aan de lezing van de begroting begint;

7. begrüßt die Zusage der Kommission, für 2020, wenn das Abkommen von Cotonou ausläuft, eine Einbeziehung des EEF in den Haushaltsplan vorzuschlagen; erwartet, dass die Kommission diese Zusage einhält und geeignete Maßnahmen ergreift, um die Integration des EEF in den Haushaltsplan der Union ab dem mehrjährigen Finanzrahmen für den Zeitraum nach 2020 zu erleichtern; ist der Auffassung, dass vor dem Hintergrund der derzeitigen Haushalts- und Wirtschaftskrise die Gefahr, dass eine Einbeziehung des EEF in den Haushaltsplan zu einer Kürzung der für die Zusammenarbeit mit den AKP-Partnerländern bestimmten Gesamtmittel führt, momentan zu groß ist; besteht daher darauf, dass die Einbeziehung des EEF in den Haushaltsplan für den Fall, dass sie ab dem mehrjährigen Finanzrahmen 2014–2020 vorgesehen sein sollte, mit der Übertragung der von der Kommission vorgeschlagenen Gesamtmittelausstattung des EEF (30,3 Milliarden EUR zu Preisen von 2011) in die Rubrik 4 einhergeht und unter keinen Umständen den Vorwand bieten sollte, die generellen Ausgabengrenzen für das auswärtige Handeln der Union im Allgemeinen und die Entwicklungshilfe im Besonderen zu senken;
7. is ingenomen met de toezegging van de Commissie dat zij zal voorstellen om het EOF op te nemen in de begroting in 2020, het jaar waarin de Overeenkomst van Cotonou verstrijkt; verwacht dat de Commissie deze belofte nakomt en dat zij de nodige maatregelen treft ter bevordering van de opname van het EOF in de begroting van de Unie vanaf het eerste MFK na 2020; is van mening dat het in het licht van de huidige economische en begrotingscrisis niet aangewezen is om het EOF nu al in de begroting op te nemen: de kans dat dit leidt tot een daling van het algemene financieringsniveau voor samenwerking met ACS-partners is te groot; benadrukt daarom dat, als er toch wordt overwogen om het EOF op te nemen in het MFK 2014-2020, dit gepaard moet gaan met een overdracht van de volledige financieringsenveloppe van het EOF, zoals die is voorgesteld door de Commissie (30,3 miljard EUR in prijzen van 2011), naar rubriek 4; dit mag onder geen beding dienen als voorwendsel om de totale uitgavenplafonds van de Unie voor extern optreden in het algemeen en voor ontwikkelingshulp in het bijzonder te verlagen;

80. begrüßt die Zusage der Kommission, für 2020, wenn das Abkommen von Cotonou ausläuft, eine Einbeziehung der EEF in den Haushaltsplan vorzuschlagen; erwartet, dass die Kommission diese Zusage einhält und geeignete Maßnahmen ergreift, um die Integration des EEF in den Haushaltsplan der Union ab dem mehrjährigen Finanzrahmen für den Zeitraum nach 2020 zu erleichtern; ist der Auffassung, dass vor dem Hintergrund der derzeitigen Haushalts- und Wirtschaftskrise die Gefahr, dass eine Einbeziehung des EEF in den Haushaltsplan zu einer Kürzung der für die Zusammenarbeit mit den AKP-Partnerländern bestimmten Gesamtmittel führt, momentan zu groß ist; besteht daher darauf, dass die Einbeziehung des EEF in den Haushaltsplan für den Fall, dass sie für den mehrjährigen Finanzrahmen 2014–2020 in Erwägung gezogen werden sollte, mit der Übertragung der von der Kommission vorgeschlagenen Gesamtmittelausstattung des EEF (30,3 Milliarden EUR zu Preisen von 2011) in die Rubrik 4 (Globales Europa) einhergeht und unter keinen Umständen als Vorwand genutzt werden sollte, um die Ausgabenobergrenzen für das auswärtige Handeln der Union im Allgemeinen und die Entwicklungshilfe im Besonderen zu senken;
80. is ingenomen met de toezegging van de Commissie dat zij zal voorstellen om het EOF op te nemen in de begroting in 2020, het jaar waarin de Overeenkomst van Cotonou verstrijkt; verwacht dat de Commissie deze belofte nakomt en dat zij de nodige maatregelen treft ter bevordering van de opname van het EOF in de begroting van de Unie vanaf het eerste MFK na 2020; is van mening dat het in het licht van de huidige economische en begrotingscrisis niet aangewezen is om het EOF nu al in de begroting op te nemen: de kans dat dit leidt tot een daling van het algemene financieringsniveau voor samenwerking met ACS-partners is te groot; benadrukt daarom dat, als er toch wordt overwogen om het EOF op te nemen in het MFK 2014-2020, dit gepaard moet gaan met een overdracht van de volledige financieringsenveloppe van het EOF, zoals die is voorgesteld door de Commissie (30,3 miljard EUR in prijzen van 2011), naar rubriek 4 (Europa in de wereld) en onder geen beding mag dienen als voorwendsel om de totale uitgavenplafonds van de Unie voor extern optreden in het algemeen en voor ontwikkelingshulp in het bijzonder te verlagen;

81. begrüßt die Zusage der Kommission , für 2020, wenn das Abkommen von Cotonou ausläuft, eine Einbeziehung der EEF in den Haushaltsplan vorzuschlagen; erwartet, dass die Kommission diese Zusage einhält und geeignete Maßnahmen ergreift, um die Integration des EEF in den Haushaltsplan der Union ab dem mehrjährigen Finanzrahmen für den Zeitraum nach 2020 zu erleichtern; ist der Auffassung, dass vor dem Hintergrund der derzeitigen Haushalts- und Wirtschaftskrise die Gefahr, dass eine Einbeziehung des EEF in den Haushaltsplan zu einer Kürzung der für die Zusammenarbeit mit den AKP-Partnerländern bestimmten Gesamtmittel führt, momentan zu groß ist; besteht daher darauf, dass die Einbeziehung des EEF in den Haushaltsplan für den Fall, dass sie für den mehrjährigen Finanzrahmen 2014–2020 in Erwägung gezogen werden sollte, mit der Übertragung der von der Kommission vorgeschlagenen Gesamtmittelausstattung des EEF (30,3 Milliarden EUR zu Preisen von 2011) in die Rubrik 4 (Globales Europa) einhergeht und unter keinen Umständen als Vorwand genutzt werden sollte, um die Ausgabenobergrenzen für das auswärtige Handeln der Union im Allgemeinen und die Entwicklungshilfe im Besonderen zu senken;
81. is ingenomen met de toezegging van de Commissie dat zij zal voorstellen om het EOF op te nemen in de begroting in 2020, het jaar waarin de Overeenkomst van Cotonou verstrijkt; verwacht dat de Commissie deze belofte nakomt en dat zij de nodige maatregelen treft ter bevordering van de opname van het EOF in de begroting van de Unie vanaf het eerste MFK na 2020; is van mening dat het in het licht van de huidige economische en begrotingscrisis niet aangewezen is om het EOF nu al in de begroting op te nemen: de kans dat dit leidt tot een daling van het algemene financieringsniveau voor samenwerking met ACS-partners is te groot; benadrukt daarom dat, als er toch wordt overwogen om het EOF op te nemen in het MFK 2014-2020, dit gepaard moet gaan met een overdracht van de volledige financieringsenveloppe van het EOF, zoals die is voorgesteld door de Commissie (30,3 miljard EUR in prijzen van 2011) , naar rubriek 4 (Europa in de wereld) en onder geen beding mag dienen als voorwendsel om de totale uitgavenplafonds van de Unie voor extern optreden in het algemeen en voor ontwikkelingshulp in het bijzonder te verlagen;