Der Kläger trägt vor, der Beschluss D(2014) 15503 des Generalsekretärs des Europäischen Parlaments und die Zahlungsaufforderung Nr. 2014-575 seien nicht innerhalb
der in Art. 81 der Haushaltsordnung und Art. 93 der Anwendungsbestimmungen für d
ie Haushaltsordnung festgelegten Verjährungsfrist erlassen worden. Auß
erdem sei gegen die Voraussetzungen der Grundsätze einer angemessenen Frist, der Rechtssicherheit und des Vertrauensschutz
...[+++]es verstoßen worden.
Verzoekster stelt dat bij de vaststelling van besluit D(2014) 15503 van de secretaris-generaal van het Europees Parlement en debetnota nr. 2014-575 de in artikel 81 van het Financieel Reglement en artikel 93 van de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement bedoelde verjaringstermijn niet in acht is genomen en dat niet is voldaan aan de vereisten van het beginsel van een redelijke termijn, het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.