A. in der Erwägung, dass die Mittel für Zahlungen im EU-Haushalt für das Haushaltsjahr 2001 lediglich 1,056% des BSP der Gemeinschaft ausmachen, gegenüber 1,11% in der Finanziellen Vorausschau und 1,054% des BSP der Gemeinschaft in der zweiten Lesung des Rates,
A. overwegende dat de betalingskredieten van de EU-begroting voor het begrotingsjaar 2001 slechts neerkomen op 1,056 % van het BNP van de Gemeenschap in 2001, terwijl de financiële vooruitzichten voorzien in 1,11% en de in tweede lezing van de Raad opgestelde ontwerpbegroting in 1,054% van het BNP van de Gemeenschap,