ABWEICHEND VON ARTIKEL 11 ABSATZ 2 UND ARTIKEL 13 BIS 22 DER VERORDNUNG NR . 17/64/EWG DES RATES VOM 5 . FEBRUAR 1964 ÜBER DIE BEDINGUNGEN FÜR DIE BETEILIGUNG DES EUROPÄISCHEN AUSRICHTUNGS - UND GARANTIEFONDS FÜR DIE LANDWIRTSCHAFT ( 1 ) WIRD DEM GROSSHERZOGTUM LUXEMBURG IM VORAUS AUS MITTELN DER ABTEILUNG AUSRICHTUNG DES EUROPÄISCHEN AUSRICHTUNGS - UND GARANTIEFONDS FÜR DIE LANDWIRTSCHAFT EIN BETRAG IN HÖHE VON 7,5 MILLIONEN RECHNUNGSEINHEITEN ZU LASTEN DES HAUSHALTS 1970 AUSGEZAHLT .
In afwijking van artikel 11 , lid 2 , en de artikelen 13 tot en met 22 van Verordening nr . 17/64/EEG van de Raad van 5 februari 1964 betreffende de voorwaarden voor het verlenen van bijstand door het Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de Landbouw ( 1 ) , wordt uit hoofde van de begroting voor 1970 aan het Groothertogdom Luxemburg bij anticipatie een bedrag van 7,5 miljoen rekeneenheden uitgekeerd uit de middelen van de afdeling Oriëntatie van het Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de Landbouw .