Vertaling van "hausangestellten oder weiterer " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

ohne weitere Umstände oder Kosten
zonder enige andere vorm van proces en zonder kosten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

40. stellt fest, dass es in den sechs Staaten des Golf-Kooperationsrates 15 Millionen Wanderarbeitnehmer gibt und dass diese Arbeitnehmer 40% der Gesamtbevölkerung ausmachen; weist auf die prekäre Lage der Wanderarbeitnehmer in den Golfstaaten hin, auf die die IAO aufmerksam gemacht hat, und unterstützt die Forderung der IAO nach der Einführung von Mindestlöhnen in der Region, um eine weitere Verschlechterung der Stellung von Hausangestellten und Wanderarbeitnehmern zu vermeiden; unterstützt auch das Recht aller Arbeitnehmer, Gewerkschaften zu gründen oder ihnen beizutreten, um ihre Interessen zu vertreten;
40. constateert dat er in de zes GCC-landen 15 miljoen buitenlandse werknemers zijn, en dat deze 40% van de totale bevolking uitmaken; wijst nogmaals op de precaire situatie van de buitenlandse werknemers in de Golfstaten, die door de IAO aan het licht is gebracht, en ondersteunt de oproep van de organisatie voor een minimumloon in de regio, om een verdere verslechtering van de situatie voor nationale en buitenlandse werknemers te voorkomen; steunt ook het recht van alle werknemers om vakbonden op te richten of zich daarbij aan te sluiten om hun belangen te beschermen;

37. stellt fest, dass es in den sechs Staaten des Golf-Kooperationsrates 15 Millionen Wanderarbeitnehmer gibt und dass diese Arbeitnehmer 40% der Gesamtbevölkerung ausmachen; weist auf die prekäre Lage der Wanderarbeitnehmer in den Golfstaaten hin, auf die die IAO aufmerksam gemacht hat, und unterstützt die Forderung der IAO nach der Einführung von Mindestlöhnen in der Region, um eine weitere Verschlechterung der Stellung von Hausangestellten und Wanderarbeitnehmern zu vermeiden; unterstützt auch das Recht aller Arbeitnehmer, Gewerkschaften zu gründen oder ihnen beizutreten, um ihre Interessen zu vertreten;
37. constateert dat er in de zes GCC-landen 15 miljoen buitenlandse werknemers zijn, en dat deze 40% van de totale bevolking uitmaken; wijst nogmaals op de precaire situatie van de buitenlandse werknemers in de Golfstaten, die door de IAO aan het licht is gebracht, en ondersteunt de oproep van de organisatie voor een minimumloon in de regio, om een verdere verslechtering van de situatie voor nationale en buitenlandse werknemers te voorkomen; steunt ook het recht van alle werknemers om vakbonden op te richten of zich daarbij aan te sluiten om hun belangen te beschermen;

16. stellt fest, dass es in den sechs Staaten des Golf-Kooperationsrates 15 Millionen Wanderarbeitnehmer gibt und dass diese Arbeitnehmer 40% der Gesamtbevölkerung ausmachen; weist auf die prekäre Lage der Wanderarbeitnehmer in den Golfstaaten hin, auf die die Internationale Arbeitsorganisation (IAO) aufmerksam gemacht hat, und unterstützt die Forderung der IAO nach der Einführung von Mindestlöhnen in der Region, um eine weitere Verschlechterung der Stellung von Hausangestellten und Wanderarbeitnehmern zu vermeiden; unterstützt auch das Recht aller Arbeitnehmer, Gewerkschaften zu gründen oder ihnen beizutreten, um ihre Interessen zu vertreten;
16. constateert dat er in de zes landen van de Samenwerkingsraad van de Golf 15 miljoen migrerende werknemers zijn, en dat deze 40% van de totale bevolking uitmaken; herinnert aan de precaire situatie van de migrerende werknemers in de Golfstaten, die door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) aan het licht is gebracht, en ondersteunt de oproep van de organisatie voor een minimumloon in de regio, teneinde verdere verslechtering van de situatie voor de werkenden uit eigen land en van de migrerende werknemers te voorkomen; steunt ook het recht van alle werkenden om vakbonden op te richten of zich daarbij aan te sluiten om hun belangen te beschermen;

- Verstösst Artikel 265 des königlichen Erlasses vom 18. Juli 1977 zur Koordinierung der allgemeinen Bestimmungen in bezug auf Zoll und Akzisen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er eine Diskriminierung gegenüber dem allgemeinen Strafrecht beinhaltet, soweit diese Bestimmung von einer objektiven und fast absoluten strafrechtlichen Haftung einer Person für die Handlungen ihrer Angestellten, Arbeiter, Hausangestellten oder weiterer von ihr entlohnter Personen ausgeht?
- Schendt artikel 265 van het Koninklijk Besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat deze een discriminatie inhoudt ten opzichte van het algemeen strafrecht, inzoverre dat deze bepaling een objectieve en quasi absolute strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de daden van een bediende, arbeiders, knechten, of verdere door hen bezoldigde personen ?

Die zweite präjudizielle Frage in der Rechtssache Nr. 2294 bezieht sich auf die Vereinbarkeit von Artikel 265 des AZAG mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, « soweit diese Bestimmung von einer objektiven und fast absoluten strafrechtlichen Haftung einer Person für die Handlungen ihrer Angestellten, Arbeiter, Hausangestellten oder weiterer von ihr entlohnter Personen ausgeht ».
De tweede prejudiciële vraag in de zaak nr. 2294 betreft de bestaanbaarheid van artikel 265 van de A.W.D.A. met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, « inzoverre dat deze bepaling een objectieve en quasi absolute strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de daden van een bediende, arbeiders, knechten, of verdere door hen bezoldigde personen ».

2. ob Artikel 265 des königlichen Erlasses vom 18. Juli 1977 zur Koordinierung der allgemeinen Bestimmungen in bezug auf Zoll und Akzisen im Bereich der strafrechtlichen Haftung keine Diskriminierung dem allgemeinen Strafrecht gegenüber beinhaltet und demzufolge gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, insofern diese Bestimmung eine objektive und nahezu absolute strafrechtliche Haftung von Personen für die Handlungen ihrer Angestellten, Arbeiter, Hausangestellten oder weiterer von ihnen entlohnter Personen vorsieht;
2. of artikel 265 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen inzake de strafrechtelijke aansprakelijkheid geen discriminatie inhoudt ten opzichte van het algemeen strafrecht en bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre dat deze bepaling een objectieve en quasi absolute strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de daden van hun bedienden, arbeiders, knechten en verdere door hen bezoldigde personen;

Der Verweisungsrichter fragt den Hof, ob Artikel 265 des AZAG gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, insofern er « eine objektive und nahezu absolute strafrechtliche Haftung von Personen für die Handlungen ihrer Angestellten, Arbeiter, Hausangestellten oder weiterer von ihnen entlohnter Personen vorsieht ».
De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 265 van de A.W.D.A. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre het « een objectieve en quasi absolute strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de daden van hun bedienden, arbeiders, knechten en verdere door hen bezoldigde personen ».

Verstösst Artikel 265 des königlichen Erlasses vom 18hhhhqJuli 1977 zur Koordinierung der allgemeinen Bestimmungen in bezug auf Zoll und Akzisen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er eine Diskriminierung gegenüber dem allgemeinen Strafrecht beinhaltet, soweit diese Bestimmung von einer objektiven und fast absoluten strafrechtlichen Haftung einer Person für die Handlungen seiner Angestellten, Arbeiter, Hausangestellten oder weiterer von ihm entlohnter Personen ausgeht?
Schendt artikel 265 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat dit een discriminatie inhoudt ten opzichte van het algemeen strafrecht, inzoverre dat deze bepaling een objectieve en quasi absolute strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de daden van een bediende, arbeiders, knechten, of verdere door hen bezoldigde personen ?