1. In § 1, 1° stellt sich der Staatsrat die Frage, warum die Möglichkeit unvorhersehbarer oder vom Mandatträger völlig unabhängiger Umstände, die als Folge hatten, dass die Aufgaben und Ziele nicht ausreichend und innerhalb der vorgesehenen Fristen erreicht wurden, hier nicht in Erwägung gezogen wird, obwohl es bei der in § 2, 1° vorgesehenen Bewertung der Fall ist.
1. In paragraaf 1, 1°, vraag
t de Raad van State zich af waarom de hypothese van onvoorzienbare omstandigheden of die van buitenelementen waa
rvoor de mandataris niet verantwoordelijk is, n
iet wordt voorzien, hetgeen als gevolg heeft gehad dat de opdrachten niet uitgevoerd en de doelstellingen
niet nagekomen zijn binnen de voorziene termij ...[+++]nen, terwijl het wel het geval was voor de beoordeling voorzien in paragraaf 2, 1°.