Vertaling van "hat überdies zweifel " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

im Zweifel für den Angeklagten | in dubio pro reo
voordeel van de twijfel

begründeter Zweifel
gegronde twijfel

über berechtigte Zweifel erhaben
beyond reasonable doubt | zonder enige redelijke twijfel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

17. bedauert, dass der im Jahr 2012 vom Rechnungshof aufgestellte Chancengleichheitsplan, mit dem ein ausgewogenes Geschlechterverhältnis erreicht werden sollte, insbesondere bei Führungspositionen nicht die erhofften Ergebnisse gezeitigt hat; stellt fest, dass von den 70 Leitungs- sowie Abteilungs- und Referatsleiterposten nur 21 auf Frauen entfallen, wobei die Mehrzahl dieser Posten überdies zu den Direktionen der Übersetzung und Verwaltung gehören; weist mit Genugtuung auf die steigende Zahl von Rechnungsprüferinnen hin, was sich ohne Zweifel auf die Zahl der Frauen in Führungspositionen in diesem Bereich auswirken wird; nimmt die Zusage des Rechnungshofs zur Kenntnis, den Chancengleichheitsplan zügig zu überprüfen, damit wirksame Lösungen gefunden werden, wie man die in diesem Bereich gesteckten Ziele so rasch wie möglich erreichen kann;
17. betreurt het dat het plan voor gelijke kansen dat de Rekenkamer in 2012 heeft gelanceerd om tot een genderevenwicht te komen, niet aan de verwachtingen heeft voldaan, met name wat de leidinggevende functies betreft; merkt op dat van de 70 posten van afdelingshoofd of directeur er slechts 21 bezet worden door vrouwen en dat de meerderheid van deze posten zich in de directoraten vertaling en administratie bevindt; benadrukt en verwelkomt het feit dat het aantal vrouwelijke controleurs is toegenomen, hetgeen ongetwijfeld invloed zal hebben op het aantal vrouwen in leidinggevende auditfuncties; neemt kennis van de toezegging van de Rekenkamer dat zij het plan voor gelijke kansen snel zal herzien om doeltreffende oplossingen te vinden die het mogelijk maken de doelstellingen die voor dit terrein zijn vastgesteld, zo spoedig mogelijk te verwezenlijken;

17. bedauert, dass der im Jahr 2012 vom Hof aufgestellte Chancengleichheitsplan, mit dem ein ausgewogenes Geschlechterverhältnis erreicht werden sollte, insbesondere bei Führungspositionen nicht die erhofften Ergebnisse gezeitigt hat; stellt fest, dass von den 70 Leitungs- sowie Abteilungs- und Referatsleiterposten nur 21 auf Frauen entfallen, wobei die Mehrzahl dieser Posten überdies zu den Direktionen der Übersetzung und Verwaltung gehören; weist mit Genugtuung auf die steigende Zahl von Rechnungsprüferinnen hin, was sich ohne Zweifel auf die Zahl der Frauen in Führungspositionen in diesem Bereich auswirken wird; nimmt die Zusage des Rechnungshofs zur Kenntnis, den Chancengleichheitsplan zügig zu überprüfen, damit wirksame Lösungen gefunden werden, wie man die in diesem Bereich gesteckten Ziele so rasch wie möglich erreichen kann;
17. betreurt het dat het plan voor gelijke kansen dat de Rekenkamer in 2012 heeft gelanceerd om tot een genderevenwicht te komen, niet aan de verwachtingen heeft voldaan, met name wat de leidinggevende functies betreft; merkt op dat van de 70 posten van afdelingshoofd of directeur er slechts 21 bezet worden door vrouwen en dat de meerderheid van deze posten zich in de directoraten vertaling en administratie bevindt; benadrukt en verwelkomt het feit dat het aantal vrouwelijke controleurs is toegenomen, hetgeen ongetwijfeld invloed zal hebben op het aantal vrouwen in leidinggevende auditfuncties; neemt kennis van de toezegging van de Rekenkamer dat zij het plan voor gelijke kansen snel zal herzien om doeltreffende oplossingen te vinden die het mogelijk maken de doelstellingen die voor dit terrein zijn vastgesteld, zo spoedig mogelijk te verwezenlijken;

Die Kommission hat überdies Zweifel an der Durchführbarkeit einer derartigen Maßnahme, für die ansonsten keinerlei kurzfristige Notwendigkeit besteht.
Verder twijfelt de Commissie aan de haalbaarheid van een dergelijke maatregel, die overigens op korte termijn niet noodzakelijk is.

In diesem Kontext hatte die Kommission überdies Zweifel daran, dass der Eigenbeitrag der BGB durch den Verkauf von Vermögenswerten oder Tochtergesellschaften, die für die langfristige Lebensfähigkeit des Unternehmens nicht unerlässlich sind, angesichts des sogar im Best-Case-Szenario hohen Beihilfevolumens das Kriterium eines „bedeutenden Beitrags“ erfüllte.
In dit verband betwijfelde de Commissie bovendien of de eigen bijdrage van BGB in de vorm van de verkoop van activa of dochterondernemingen die niet onontbeerlijk zijn voor de levensvatbaarheid van de onderneming op de lange termijn, zou voldoen aan het vereiste van een „belangrijke bijdrage”, gelet op het - zelfs in het gunstigste scenario - hoge steunvolume.

Überdies bestehen Zweifel, ob die Beihilfe notwendig war, damit der Empfänger die Investition tätigte.
Voorts is het twijfelachtig of de begunstigde de steun nodig had om de investering te kunnen doen.

Überdies hatte die Kommission Zweifel daran, dass der Eigenbeitrag der BB, der gänzliche Abbau stiller Reserven und die Minderung der Personal- und Betriebskosten, das Kriterium eines „bedeutenden Beitrags“ erfüllte.
Bovendien betwijfelde de Commissie of de eigen bijdrage van BB, bestaande uit de volledige opheffing van stille reserves en een vermindering van personeels- en bedrijfskosten, voldeed aan het criterium van een „belangrijke bijdrage”.

18. ist überzeugt, dass die Gesetze der Mitgliedstaaten, die eine umfassende Speicherung von Daten über die Kommunikation der Bürger zu Strafverfolgungszwecken vorsehen, mit der EMRK und der einschlägigen Rechtsprechung nicht völlig im Einklang stehen, da sie einen Eingriff in das Recht auf Privatsphäre darstellen, der den Erfordernissen einer gerichtlichen Genehmigung im Einzelfall und für begrenzte Dauer, einer Unterscheidung nach Personengruppen, die überwacht werden können, der Wahrung der Vertraulichkeit geschützter Kommunikation (beispielsweise zwischen Rechtsanwälten und ihren Mandanten) sowie der Angabe der Art der Straftat oder der Umstände, die einen solchen Eingriff rechtfertigen, nicht genügt; hegt überdies ernsthafte Zweifel an ihrer Notwendigkeit innerhalb einer demokratischen Gesellschaft und – wie in Artikel 15 der Richtlinie 2002/58/EG ausgeführt ist – ihrer Angemessenheit und Verhältnismäßigkeit;
18. meent dat de wetgeving van de lidstaten die massale opslag van gegevens van het berichtenverkeer tussen de burgers voor politiële doeleinden mogelijk maakt, niet volledig beantwoordt aan het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de daarop gebaseerde rechtsspraak, omdat zij ingrijpen in het recht op privacy zonder te voldoen aan de voorwaarden van een door de rechter op individuele basis, en dan nog voor beperkte tijd te verlenen machtiging, welke voorwaarden onderscheid verlangen tussen de categorieën van te bewaken of te volgen personen, eerbiediging van de vertrouwelijkheid van beschermde communicatieberichten (zoals gesprekken tussen advocaat en cliënt), en specificatie van de aard van misdrijven of van de omstandigheden die een dergelijke inbreuk wettigen; koestert bovendien ernstige twijfel omtrent de noodzaak in een democratische samenleving, en - zoals gestipuleerd in artikel 15 van Richtlijn 2002/58/EG - op de geschiktheid en evenredigheid daarvan;

18. ist überzeugt, dass die Gesetze der Mitgliedstaaten, die eine umfassende Speicherung von Daten über die Kommunikation der Bürger zu Strafverfolgungszwecken mit der Europäischen Menschenrechtskonvention und der einschlägigen Rechtsprechung nicht völlig im Einklang stehen, da sie einen Eingriff in das Recht auf Privatsphäre darstellen, der den Erfordernissen einer gerichtlichen Genehmigung im Einzelfall und für begrenzte Dauer mit einer Unterscheidung nach Personengruppen, die überwacht werden könnten, unter Wahrung der Vertraulichkeit geschützter Kommunikation (beispielsweise zwischen Rechtsanwälten und ihren Mandanten) sowie unter Angabe der Art der Straftat oder der Umstände, die einen solchen Eingriff rechtfertigen, nicht genügt; hegt überdies ernsthafte Zweifel an ihrer Notwendigkeit innerhalb einer demokratischen Gesellschaft und – wie in Artikel 15 der Richtlinie 2002/58/EG ausgeführt ist – ihrer Angemessenheit und Verhältnismäßigkeit;
18. meent dat de wetgeving van de lidstaten die massale opslag van gegevens van het berichtenverkeer tussen de burgers voor politiële doeleinden mogelijk maakt, niet volledig beantwoordt aan het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de daarop gebaseerde rechtsspraak, omdat zij ingrijpen in het recht op privacy zonder te voldoen aan de voorwaarden van een door de rechter op individuele basis, en dan nog voor beperkte tijd te verlenen machtiging, welke voorwaarden onderscheid verlangen tussen de categorieën van te bewaken of te volgen personen, eerbiediging van de vertrouwelijkheid van beschermde communicatieberichten (zoals gesprekken tussen advocaat en cliënt), en specificatie van de aard van misdrijven of van de omstandigheden die een dergelijke inbreuk wettigen; koestert bovendien ernstige twijfel omtrent de noodzaak in een democratische samenleving, en - zoals gestipuleerd in artikel 15 van richtlijn 2002/58/EG - op de geschiktheid en evenredigheid daarvan;